United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Goesti Djilantik van Karang Asem is een uitzondering; een alleenstaande mag wel gezegd; de overige Balische vorsten waren wat overal en altijd alleenheerschers zijn geweest: dwingelanden. Zij en hun volgelingen leefden van het kleine volk; en zij ontzagen het noch in zijn arbeid, noch in zijn eigendom, noch zelfs in zijn lijf en leven.

De Balische vrouwen laten de wetten wetten zijn, en lachen het leven aan met haar heldere oogen. Zij weten wel waarom. Goesti Djilantik Hij is nog in leven. In zijn zwaar ommuurde poeri te Karang Assem zit hij als een stille toeschouwer bij de dingen, waarvan hij zoo lang de krachtige bewerker en beweger is geweest.

Tien jaar later stierf de eene der twee stedehouders. Toen stelde de radja Goesti Djilantik in zijn plaats aan. Bij den kort daarop gevolgden dood van den tweeden maakte hij hem zelfs tot eenig stedehouder van Karang Assem. Djilantik betoonde zich een wijs en rechtvaardig bestuurder.

Goesti Djilantik, die de stedehouder van Karang Assem is geweest, eerst onder den vorst van Lombok, toen onder de Nederlandsch-Indische Regeering, is de afstammeling van een Hindoe-Javaansch geslacht, waarvan de stichter omstreeks de helft van de vijftiende eeuw naar Bali kwam om het eiland voor den vorst van Madjapahit te veroveren.

Tien jaar later kwam de beurt die Lombok had gehad aan Bali: het Nederlandsch gezag, dat tot nog toe een naam geweest was, werd een werkelijkheid. Weder was het toen Djilantik die tusschen "het ei" en "den steen" zijn handen hield.

Daar begonnen de dingen, die den radja in botsing moesten brengen met de regeering. Djilantik kwam te staan waar sedert anderhalve eeuw zijn vaderen telkens gestaan hadden tusschen landgenoot en vreemden overheerscher in het nauw. Hij deed als zij gedaan hadden, en als ten slotte toch ook natuurlijk is dat een zwakkere doet: hij trachtte tusschen beiden door te glippen.