Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 mei 2025
In den Vos en den Boommarter, in den Slechtvalk, den Havik en den Ooruil hebben de Kraaien vijanden, die voor haar gevaarlijk kunnen worden. Bovendien worden zij lastig gevallen door velerlei parasieten, die zich in hare veeren nestelen.
De kleine wezel en de groote wezel zijn verschillende soorten van hetzelfde geslacht; den boommarter en den steenmarter brengt men eveneens in één geslacht, maar in een ander dan dat, waarin men de beide wezels bijéénvoegt. Toch gelijken de wezels en de marters weer zooveel op elkander, dat men het wezelgeslacht en het martergeslacht in dezelfde familie, die der Marterachtigen, vereenigt.
Wezels en een oude, grijze boommarter, die te langzaam of te rheumatisch was om op de boomen nog een dier te vangen, gleden uit het kreupelhout te voorschijn en tastten toe zonder verlof te vragen. Wilde katten vochten als duivels om de heerlijke kluifjes; meer dan eens hoorde ik ze 's nachts te keer gaan.
De Zevenslaper heeft veel te lijden van zijne talrijke vijanden. De Boommarter en de Bunzing, de Wilde Kat en de Wezel, de Ooruil en de Uil zijn wel de ergste van zijne vervolgers, en hoewel hij zich, zelfs tegen de sterkste vijanden met veel moed verdedigt, delft hij toch het onderspit. Daar waar hij veelvuldig voorkomt, maakt de mensch ijverig jacht op hem, ten deele om zijn vleesch, ten deele om zijn vel; hij wordt meestal in kunstmatige winterwoningen, in kuilen of in andere vallen gelokt. In Beneden-Krain vangen de boeren hem in vallen met springveeren, waarin zij als lokaas een sappige peer of pruim leggen. Bovendien begraaft men vaten in den grond, die gedeeltelijk met ooft gevuld zijn en van boven slechts één toegangsopening hebben, n.l. een buis, waarin op zulk een wijze ijzerdraden zijn aangebracht, dat de Zevenslaper wel in het vat doordringen kan, maar er niet weer uit kan komen. Hierin vangt men deze dieren soms in zoo grooten getale, dat menige jager gedurende één herfst er 200
De meeste marterachtigen stinken, daar zij uit klieren, die aan 't achtereinde van het lichaam gelegen zijn, eene stinkende stof afscheiden. Van vele marterachtigen heeft de wintervacht veel waarde als bont. Tot de marterachtigen behooren vooreerst de in bosschen levende boommarter en de in schuren nestelende steenmarter of het fluwijn. De laatste vernielt heel wat pluimgedierte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek