Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Voor- en achterpooten zijn bij hen vrijwel van gelijke lengte; beide hebben vijf teenen; bij sommige soorten hebben de achterste ledematen er slechts vier. De staart is lang behaard en niet voor 't grijpen ingericht. Alle hedendaagsche soorten, die tot deze groep behooren, bewonen het Australische faunistische rijk en zijn van Nieuw-Guinea tot Tasmanië verbreid.

De oogen zijn groot en uitpuilend, de ooren bij sommige klein, bij andere groot, nu eens dun behaard, dan weer met een haarkwastje voorzien. De voorpooten zijn aanmerkelijk korter dan de achterpooten. Gene hebben 4 teenen en een kort stompje op de plaats van den duim, de achterpooten hebben vijf teenen.

Bovendien zijn de boven- en onderzijde nagenoeg gelijk van kleur en is de staart, evenals bij de Zevenslapers, over zijn geheele lengte gelijkmatig behaard, hier echter tamelijk kort. Zij is ongeveer zoo groot als onze Huismuis; haar totale lengte bedraagt 14 cM., waarvan bijna de helft op den staart komt.

De romp is gedrongen, de hals forsch, de kop houdt het midden tusschen dien van een Paard en dien van een Ezel, de ooren zijn tamelijk lang, maar tevens breed, de haren van de overeindstaande manen niet zoo hard en dik als bij het Paard, maar toch minder zacht en minder buigzaam dan bij den Ezel, de staart is alleen aan zijn onderste gedeelte lang behaard.

Zij zijn middelmatig hoog, hebben een grooten kop, lange ooren en dikke gewrichten; alleen de hals en de romp zijn tamelijk regelmatig gebouwd. In den zomer zijn zij kort, in den winter lang behaard; de manen en de staart zijn altijd dun en kort. De Zuid-Amerikaansche Paarden brengen het geheele jaar onder den blooten hemel door.

De romp is gedrongen, de kop aan den snuit min of meer toegespitst. De staart is meestal lang en in dit geval een aan de spits naakte grijpstaart, soms echter kort en meer of minder behaard.

Het kan een lichaamslengte van 50 cM. bereiken, zonder den ongeveer even langen staart, die aan de onderzijde bij de spits onbehaard is. De kop is klein, de snuit kort en toegespitst; de oogen zijn zeer groot, de breede ooren dicht, bijna ruig behaard. Aan de voeten bevinden zich stevige, gekromde en scherpe nagels.

De oogen zijn scheef geplaatst; de ooren, die aan den voet breed zijn en naar boven spitser worden, staan rechtop. De romp schijnt wegens het dikke haarkleed dik, maar is in werkelijkheid buitengemeen slank; toch is hij buitengewoon krachtig en voor de meest omvangrijke bewegingen geschikt. De pooten zijn dun en kort, de staart is lang en ruig behaard, de vacht dicht en zacht.

Zij hebben een plompe gestalte, middelmatig lange of korte ooren, een loodrecht geplaatste pupil, een korten en breeden snuit, een meer of minder wollige vacht. Met den staart, waarvan het voorste deel behaard, de eindhelft echter naakt en met wratten bezet is, houden zij zich aan boomtakken vast. Een dichte, wollige, zijdeachtige vacht bekleedt het lichaam.

Voor hout- en ooftboomteelt zijn vele soorten schadelijk, voor den akkerbouw geen enkele soort. Een stevig, maar slank, glad behaard lichaam. Vleugels flink ontwikkeld, vooral de voorvleugels niet bijzonder breed.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek