United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


In de eerste plaats wordt de belangstelling der kenners gewekt door de schilderij-verzameling, bepaaldelijk door de werken van oude duitsche meesters, de voorgangers van Dürer en Holbein. Deze schilderijen zijn in het schip van de oude kloosterkerk geplaatst, dat, hoewel wat bekrompen, toch eene geschikte gelegenheid aanbiedt en door de smalle spitsboogvensters voldoende licht ontvangt. Achter in het koor staat het beroemde, geheel uit hout gesneden en vergulde altaar uit eene kerk van Isenheim afkomstig. De twee beschilderde vleugeldeuren van dit altaar vormen nu, in de kerk van Unterlinden, de scheiding tusschen de schilderijen in het koor en die in het schip. In het koor hangen de werken van de oude duitsche school; het schip is bestemd voor de schilderijen uit later tijd. De twee diptyken stellen voor, de eene Christus aan het kruis; de andere, de Moedermaagd met het Kind; en aan de keerzijde Maria-Boodschap en de Opstanding, en de Verzoeking van Sint-Antonius en Sint-Paulus, en Sint-Antonius in de woestijn. Volgens eene oude overlevering zouden deze schilderijen het werk zijn van Albrecht Dürer; maar de tegenwoordige kunstcritici kennen ze toe hetzij aan Hans Baldung Grün, hetzij aan Matthias Grünewald van Aschaffenburg, zonder dat echter voor de eene of de andere hypothese afdoende argumenten kunnen worden aangevoerd. Aan den linkerwand van het koor ziet men eene reeks tafreelen uit het Lijden, met groote uitvoerigheid en nauwkeurigheid op gouden grond geschilderd: dit kunstwerk draagt het jaartal 1465. De tafreelen uit het leven van Jezus, uit de school van Schöngauer afkomstig, zijn van een anderen stijl: de teekening verraadt meer gevoel en de techniek staat hooger; getuige de zoo zeer bewonderde Piet

De kosten der werken worden geschat op 24 millioen mark met inbegrip van de inrichting der haven van Aschaffenburg en de aansluiting aan de spoorwegen, die er samenkomen. Maar de overeenkomst is tot nu toe een doode letter gebleven, daar de pruisische regeering volgens een wet van 1905, de indiening ervan bij den Landdag moet uitstellen tot de oplossing van de groote vraag der riviertollen.

De Main is reeds geregulariseerd tot Frankfort vanaf de monding van den Rijn en de diepte laat schepen met een inhoud van 1500 ton toe. Er blijven echter tusschen Offenbach en Aschaffenburg over een lengte van 46 kilometer nog uitgebreide werken te verrichten, die een overeenkomst vereischen van de aangrenzende landen, Pruisen en Beieren, het groothertogdom Baden en het groothertogdom Hessen.

De onderhandelingen, door Beieren aangevangen, hebben in 1907 geleid tot een ontwerp, dat nog niet tot uitvoering is gekomen. Pruisen neemt op zich de kanalisatie van de Main tusschen Offenbach en Hanau; het overige deel, tusschen Hanau en Aschaffenburg, is aan Beieren opgedragen.