Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Doch niet ving hij de vier Heemskinderen, en na een jaar moest hij aftrekken, weinig tot zijn eer. Reinout's hart verlangde ernaar, zijn moeder weer te zien, en hij zeide dit tot Adelaert, die verstandig was als raadsman. "Wat wilt gij!" zoo riep deze, "weet gij niet, dat vader en moeder voor Karel uw dood hebben gezworen?"
Reinout sloeg met zijn zwaard om zich heen, en men vreesde hem als den dood zelve. Reinout doorbrak de schare, tot hij bij zijn vader was, en hij wilde hem met het zwaard verslaan. Adelaert volgde hem, en hield hem tegen. "Broeder " zeide hij verstandig, "wat wilt gij?
Keizer Karel stond bij zijn zoon, en Reinout en Adelaert liepen door de menigte, tot ze bij hen waren. Zij groetten den keizer, doch Reinout greep koning Lodewijk bij het hoofd, en hij sloeg het af, om het tegen den muur te werpen. Het spatte bloed, dat tegen 's konings gelaat aansloeg, druppelen bloed.
Reinout gaf Beyaert, en de keizer deed aan iederen hoef van Beyaert een molensteen binden, en met twee bezwaarde hij diens nek. Hij deed het werpen in de rivier. Hoog spatte het schuim en Beyaert zonk; hij kwam weder boven en ging zwemmen. Adelaert sloeg zijn armen om Beyaert en kuste hem. De keizer beval: "Reinout, geef mij Beyaert weer, of ik zal u doen vangen en hangen."
Zij kwam met een tijding van vreugde, en onder deze vreugde klonk doffe smart; zij kwam met een tijding van smart, en daaronder tinkte een belletje van vreugde. Ze zeide tot Reinout, wat keizer Karel had bevolen, en Adelaert riep toornig tot Reinout, die het weder vertelde aan zijn broederen: "Hoe durft gij met zulk een ding voor ons te verschijnen? Zijt gij buiten uw zinnen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek