United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heitaro, een jeugdige landbouwer, woonde vlak bij den boom, en daardoor was hij nog meer dan één van zijn makkers in innige gemeenschap gekomen met den statigen wilgeboom. De boom was bijna het eerst wat hij bij zijn ontwaken zag, en als hij van zijn werk op zijn akkers naar huis terugkeerde, zag hij steeds met verlangen uit naar zijn bekende gedaante.

Zoowel Frits Jansen als Jack Williams behoorden tot de patrouille, en heftig en luide klopte het hart van Frits, toen hij den kleinen, muisvalen poney zag grazen, en in het harde, spichtige gras, tegen den stam van een eenzamen wilgeboom, het meesterke gewaar werd. Doch ook het meesterke had, in spijt van diens militaire kleeding, den zoon van baas Jansen herkend.

Nachten achter elkander kwamen zij onder den ouden wilgeboom samen. De bedeesdheid van het meisje was geheel verdwenen, en het scheen wel, alsof zij van de lippen van Heitaro niet genoeg lof kon hooren over den wilgeboom, waaronder zij zaten. Op zekeren avond zeide hij tot haar: "Lieve kleine, wilt gij mijn vrouwtje worden gij, die van den boom zelf af komstig schijn te zijn?"

"Voor timmerhout?" zeide Heitaro, terwijl hij zijn gelaat in zijn handen verborg. "Mijn geliefde wilgeboom voor een brug, die onophoudelijk het trappelen van voeten zal moeten dulden! Nooit, nooit, oude man!"

Hij zag, dat de oude Bräsig van het paard steeg, met zijne rijzweep klapte en die Frits Sahlmann in de hand gaf; hij zag, hoe de jongen nu het paard begon te leiden, steeds op en neêr, maar steeds dichter bij den rand, totdat hij eindelijk achter een' hollen wilgeboom stilhield, alsof hij daar tegen den regen een schuilplaats wilde zoeken.

Frits Sahlmann stak nu zijne handen in de zakken, en begon een beetje te fluiten; hij floot totdat hij boven aan den rand van den hollen weg was, en floot tot hij weer beneden was; en toen hij bijna beneden was, bleef hij met groote behendigheid achter een' wortel van een' ouden wilgeboom hangen en struikelde heel natuurlijk naar de gevangenen toe, en toen hij dicht bij mijn vader was, viel hij, alsof 't volstrekt niet anders wezen kon, in de modder.

"Heitaro" zeide zijn vrouw, "het wordt donker!" De kamer is vol gefluister. Zijt gij daar, Heitaro? Luister? Zij vellen den wilgeboom. Zie, hoe zijn schaduw in het maanlicht siddert. Ik ben de ziel van den wilgeboom! De dorpelingen dooden mij. O, hoe hakken en trekken zij mij in stukken! Beste Heitaro, wat een pijn, wat een pijn! Leg uw handen hier, en hier.

Ik zal op u en Chiyodo wachten Mijn haar valt door de lucht neer! Mijn lichaam breekt!" Buiten werd een luid gekraak gehoord. De groote wilgeboom lag met zijn groene bladeren ordeloos over den grond. Heitaro keek rond naar haar, die hij meer liefhad dan iets op de wereld. Wilgevrouwtje was verdwenen! De Boom van den Eenoogigen Priester.

De dorpelingen zeiden, dat zij tot de oprichting van het heilige gebouw moesten bijdragen, door hun grooten wilgeboom aan te bieden. Alle redeneeringen, alle overreding en alle beloften, dat hij andere boomen zou leveren, waren vruchteloos, want noch hij, noch iemand anders kon een zóó grooten en schoonen boom schenken als den grooten wilgeboom.

"Zou zijn liefde bekoeld zijn? Ach, hoe vreeselijk is het, dat een onechte liefde komt, en asch, en een graf achterlaat?" "Zijn liefde is niet bekoeld, waarde heer." "En toch komt hij niet? Wat voor een vreemde mysterie is dit?" "Hij is gekomen! Zijn hart is altijd hier geweest, hier onder dezen wilgeboom." En met een stralenden glimlach verdween het meisje.