United States or Trinidad and Tobago ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar mocht de moeder er het leven bij inschieten en bij die veronderstelling is zooeven onze verbeelding al met ons op hol gegaan dan verhongerden de jongen toch niet, zooals wij ons dat vol medelijden denken. Zij roepen hard om eten; de moeder is niet in de buurt om ze tot stilte te manen, om ze te leeren dat zwijgen het groote gebod is voor de weerloozen in het bosch.

Nu is het waar dat de kolossus, op dien kalmen en zoelen Septembermorgen, niets verschrikkelijks had: hij geleek veeleer een weerloozen grijsaard, zich koesterende in de zon, en het vroolijke licht bescheen hem van onder tot boven, doordringende in de spleten en scheuren, waarin de kraaien nestelen, en waarlangs groene slingers wuiven.

"Dat was laf!" roept Pieter uit, terwijl zijne oogen vlammen schieten. "Een weerloozen vijand mag men niet aanvallen." "Je weet alweer niet, hoe het in den oorlog toegaat, Pieter," herneemt de oom. "En onze De With toonde maar al te goed, dat hij niet weerloos was; want twee uren lang hield hij het uit, ofschoon ons schip door de kogelgaten wel een zeef geleek en zoo lek was als een mand.

Plotseling staat hij een oogenblik midden in den regen en juist voor de Gevangenpoort stil. Er kwam geen hollend rijtuig, dat het leven van den weerloozen voetganger bedreigde. Waarom merkte hij niet, dat hij stilstaat? Waarom fronst hij de wenkbrauwen? Klemt hij de tanden met woeste verbittering op elkander? Waarom ontsnapt hem een uitroep van ongeduld, terwijl hij driftig zijn weg vervolgt?

Ondertusschen had de charmante zich in het gebeurde met juffrouw Noiret aan mij vertoond als een lage dubbelhartige bedrieger en avontuurlijke lichtmis, die het op het geluk en de onschuld van onervarenen en weerloozen toelegde, en ik verachtte hem in het diepst van mijn ziel.

Ik zie zwart als een ovengat. Als gij niet uitscheidt, maak ik mij kwaad; gij moest beschaamd zijn een armen, weerloozen man aldus te mishandelen! Laat mij los! Als gij mij eene uur bij mijne hooze, bij mijn wambuis, rechts, links, langs alle kanten zult gesleurd hebben, zult gij er vetter om zijn? Ja, ge moogt er zeker van wezen, ik ga mij kwaad maken.

Nu is het waar dat de kolossus, op dien kalmen en zoelen Septembermorgen, niets verschrikkelijks had: hij geleek veeleer een weerloozen grijsaard, zich koesterende in de zon, en het vroolijke licht bescheen hem van onder tot boven, doordringende in de spleten en scheuren, waarin de kraaien nestelen, en waarlangs groene slingers wuiven.

Men moest ook aan de reizigers denken. Niemand twijfelde eraan, of zij zouden nog wel in leven zijn. »Ja," herhaalde Maston onophoudelijk met het grootste zelfvertrouwen, »die kerels zijn bij de hand; zij kunnen niet als weerloozen gevallen zijn. Zij zijn levend, springlevend, maar wij moeten ons reppen om hen nog levend te krijgen. Over levensmiddelen en water bekommer ik mij niet.

Hoe men de zaak ook beziet, een dergelijk wetsvoorstel is een driest ingrijpen in de vrijheid, in de bestaanszekerheid van duizenden volwassen, denkende, met verantwoordelijkheidsgevoel begaafde menschen, een maatregel van geweld vooral, waar hij wordt genomen tegenover weerloozen, die door het gemis van alle politieke rechten geen middel tot verzet bezitten.

Tevergeefs pogen graaf Lobau en de generaals van de garde Petit en Pelet hen tegen tien uur bij Quatre-Bras tot staan te brengen. Slechts enkele artilleristen gehoorzamen; zij jagen een hagelbui van kartetskogels in de voorste escadrons des vijands, doch zetten den aftocht dan weder voort en geven de naar wraak dorstende Pruisen opnieuw gelegenheid op de weerloozen in te houwen.