United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eindelijk keerde meneer Wattenberg zich om en kwam naar Fonske toe. Hedde gij goeste van veurt te leeren schilderen, manneken? vroeg hij: Joajik, meniere, antwoordde Fonske even schuw-opkijkend en dadelijk weer de oogen neerslaande. Zoe-de gij iedere zondag nuchtijnk in de stad noar de teekenlesse wille goan! Os ik mage van moeder, knikte Fonske.

Voyez, papa, voyez monsieur Wattenberg! riep het jong meisje, opgewonden naar de teekeningen loopend. Haha, les chefs-d'oeuvre! glimlachte de graaf, zijn dochtertje volgend. Hij had een fijn gezicht, bruingebrand door buitenlucht en zon, met lange, witte snor en heel lichtblauwe oogen, die een slimleuke uitdrukking hadden.

Meneer Wattenberg schoof er dadelijk een drietal op zij, die volgens hem in het geheel geen waarde hadden. Maar twee nam hij er uit: een panoramisch landschap van een deel der streek en een ander dat den terugtocht van de koeien met de zweep-klappende koewachtertjes voorstelde; en daarover hoofdknikte hij goedkeurend, en gaf, doctoraal-gewichtig, in het Fransch, uitvoerige explicaties.

Maar meneer Wattenberg was op voorhand gewaarschuwd; hij nam Fonske in ontvangst en stelde hem aan den directeur der teeken-academie voor; en dadelijk werd het kind een plaats aangewezen en hem 't pleistermodel getoond, dat hij moest uitteekenen. Die heeren waren uiterst vriendelijk voor hem, wat niet belette, dat hij zich daar zeer vreemd en ontredderd voelde.

Voyez, monsieur Wattenberg, n'est-ce pas que c'est beau! riep juichend het jong meisje, een der schilderijtjes tegen den boomstam omkeerend. Maar het dingetje gleed schuins omlaag, nog vóór de meester goed kon kijken en de groene Engelsche bukte zich met een angstig "aoh" spoedig neer om het weer overeind te zetten. De meester keek, sprakeloos-wenkbrauwfronsend, met de linkerhand aan zijn kin.

En instinctmatig voelden de menschen voor jonkvrouw Elvire een uitgesproken en verteederde genegenheid, en voor meneer Gaëtan, ondanks hun eerbied, iets van benauwd ontzag en intuïtief-verwijderende angstigheid. Meneer Wattenberg groette nederig-diep den baron en zijn zoon en toen kwamen zij weer allen om de uitgestalde schilderijtjes staan.

Fonske, met kleurende wangen, vertelde hun van den graaf, en van den baron, en van jonkvrouw Elvire, en van meneer Wattenberg.

Meneer Wattenberg knikte heel eventjes goedkeurend met het hoofd en scheen op 't punt zeer deftig iets te zeggen, maar juist kwamen meneer de baron en meneer Gaëtan binnen bereik en dat leidde voor een oogenblik de belangstelling af.

Er was er een, die even het woord durfde fluisteren; doch met een vermanend "zwijg, gie loeder" werd hij onzacht door de anderen den mond dicht gestompt. Meneer de graaf en meneer de baron, nog even in gesprek met meneer Wattenberg, hadden zich langzaam omgekeerd. De zaak was afgehandeld.

't Kasteel had hij afgemaakt en aan jonkvrouw Elvire uit dankbaarheid ten geschenke gegeven; en 't meisje was verrukt geweest, en ook meneer Wattenberg had hem zijn lof niet onthouden en zelfs met eigen hand eenige correcties aan zijn werkje toegebracht.