United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


Over den witten weg, langs een zwaar wagenspoor met harde bevroren kanten, ging de trein voort, aaneengesloten, stil en eenvoudig; van tijd tot tijd kwam het schreeuwen der roode jongens, dan was alles weêr stil en hoorde men alleen het geluid der stappen, zacht kloppend op de sneeuw. Om hen lag de ruimte in een blanke rust.

Plotseling, achter een groote, donkere hoeve met hooge gebouwen en breed-uitgestrekten boomgaard, slaakte zij weer een zoo schellen juichkreet, dat Bello ervan op zij sprong en het lichte rijtuig in een wagenspoor bijna omkantelde: O mon oncle! mon oncle! Wat es d

Men bevond zich toen nog in een half beschaafd land. De grootste ongevallen, die den reizigers overkomen konden, bepaalden zich tot een rad, hetwelk in het modderige wagenspoor van den weg wegzonk, of tot een zieken os. De wilde eenden, de patrijzen, de reeën werden langs het pad overvloedig aangetroffen en vormden iederen dag den grondslag van het ontbijt of van het middagmaal.

Zij bestaat uit groote platte steenen, waar men nog duidelijk het wagenspoor in zien kan, door de wielen er in gegroefd. Van het Forum, het politieke middelpunt der stad, de verzamelplaats van alle burgers, is niet veel meer over. Slechts een paar zuilen ter hoogte van 13 M. en een menigte opschriften getuigen van vroegere heerlijkheid. Onder die opschriften is er één, dat de aandacht trekt.

Gelukkig echter kwam mijn stramme sukkel toch al gauw weer wat op dreef. Maar verbeeld u, den dag dat we hier aankwamen ging hij weer heel netjes met me in het wagenspoor liggen en of ik hem al aanzette of wát ook, sinjeur stond niet op voor en aleer ik er afging. Of we hier nog lang zullen blijven?

Zij bestaat uit groote platte steenen, waar men nog duidelijk het wagenspoor in zien kan, door de wielen er in gegroefd. Van het Forum, het politieke middelpunt der stad, de verzamelplaats van alle burgers, is niet veel meer over. Slechts een paar zuilen ter hoogte van 13 M. en een menigte opschriften getuigen van vroegere heerlijkheid. Onder die opschriften is er één, dat de aandacht trekt.

Hij dook als Hilbert zijn gang matigde, in een groef of spleet, achter een struikje, in een wagenspoor, en dan draafde hij weer, om den verloren afstand te herwinnen. Hilbert bleef even voor de Gietensche herberg staan, ging naar binnen, en deed zijn flesch weer vullen. Hierna kwam hij buiten, keek naar de flesch, nam een stevigen slok, en trok verder.

Heeft niet wellicht het water in 't wagenspoor op den weg als bloed door kloppende harten gestroomd? De geest van 't leven woont nog in de doode dingen. Wat voelt hij, terwijl hij slaapt den droomloozen slaap? Gods stem hoort hij. Zou hij der menschen stem ook vernemen? O, gij menschen van later tijd, hebt ge dat niet gezien?

Men verhaalt, dat er oudtijds een vrachtkar o.a. met rog beladen van Antwerpen naar Roermond reed. Bij Weert viel een rog van de kar en bleef in het wagenspoor liggen. Een Weertenaar zag het hem onbekende gedrocht en liep verschrikt naar de stad om hulp te halen. Gewapend trok men er op uit, dreef den rog een spiets door het lijf en voerde hem als oorlogsbuit zegepralend naar het stadje mee.

Maar, op zekeren dag, nu twee maanden geleden, hebben zijne ledematen hem plotseling begeven, en hij is twee uren in een wagenspoor blijven liggen, als een neêrgevelde stam. Den volgenden morgen wilde hij weêr aan het werk gaan; doch zijne armen weigerden hem den dienst, de aarde gehoorzaamde hem niet langer. Zijn zoons schudden het hoofd, zijne dochter poogt hem binnenshuis te houden.