United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"O, vervloekt dier!" riep de ruiter, die plotseling in een voetganger veranderd was en zoo beschaamd stond als een cavalerie-officier, dien men voor een voetknecht houdt. "Färja," zeide de gids, hem op den schouder kloppende. "Wat! eene pont?" "Der!" antwoordde Hans, hem eene schuit wijzende. "Ja!" riep ik, "daar is eene pont." "Dat hadt gij wel eerder kunnen zeggen! Welnu, vooruit!"

"Ik ben een afgedankt krijgsman," zeide de officier, lachende: "ge hebt dus van mij niets te vreezen, noch voor u noch voor uw hammen." "Warentig! nou, dan is 't alles zeven," zeide de boer, zijn reisgenoot op den schouder kloppende: "maôr wat pots honderd tausent slapferment is dat? oe kleeren zijn zoo nat as er an toe! waôr het oe gezeten? het oe in de sloot elegen?"

Vandaar hadden wij een bezoek gebracht aan onze korenvelden en onze wijngaarden, stukken gronds één voor één gekocht, naarmate de welvaart toenam; de korenvelden beloofden veel, van de bloeiende wijngaarden hoopten wij een rijken oogst te behalen. Jacques met zijn vriendelijken lach zeide, mij op den schouder kloppende: "Nu zullen wij noch gebrek aan brood, noch aan wijn hebben, vader.

Ontbiedt hy voor zijn sponde een trits van Hemaths Grooten: "Gy, die in 't olmenbosch het bloedig schouwspel zaagt Der slachting, die ons hart met dieper smart beklaagt Dan 't immer vreugde smaakt om zege of welkomzangen! Gy weet het, welk een schok mijn boezem moest ontfangen. Gy zaagt mijn siddren toen voor dit ons Vaderland, En de onrust woelt my nog door 't kloppende ingewand.

"Ziezoo, Schimmel," zegt Fulco, het dier liefkoozend op den blanken hals kloppende, "nu mag zelfs de keizer van Duitschland je zien, hoewel ik moet zeggen, dat jouw en mijn Heer minstens evenveel waard is. Kijk, daar komt Jonker Jan aan. Goeden morgen, Jonker!" "Goeden morgen, Fulco. Jongen, daar heb je eer van. Wat is die schimmel toch een edel dier. Ik heb zijn weergâ nog nooit gezien."

Heeft niet wellicht het water in 't wagenspoor op den weg als bloed door kloppende harten gestroomd? De geest van 't leven woont nog in de doode dingen. Wat voelt hij, terwijl hij slaapt den droomloozen slaap? Gods stem hoort hij. Zou hij der menschen stem ook vernemen? O, gij menschen van later tijd, hebt ge dat niet gezien?

Een ring had zij in zijn hand achtergelaten. In zijn kamer teruggekeerd, las hij de daarop gegraveerde woorden: "Gij zijt de mijne." Opeens stond het luid kloppende hart van den ridder seconden lang stil, toen hij tot besef van zijn trouwelooze handelwijze kwam. De rest van den nacht bracht hij, geheel ontnuchterd in wakenden toestand door.

En als een garf van fijn vuur vloog er een roode vonkenvlam, een meer dan een meter lange pluim van vlammend gesprankel voor zijn mond uit. 't Was alsof het leven vuurlaaiend braken kwam uit zijn strot; met schrik om het hart, met kloppende keel stond ik het aan te staren. 'k Zag zijn wild dartele oogen blikkeren van genot, witlichten in het vuurleven boven den bundel van poederend vonkengoud.

Menschen, wier harten door de teederste liefde met elkaar verbonden zijn, keeren zich diep ongelukkig van elkaar af. Verschil van kerk, waarin toch dezelfde God wordt aangeroepen, richt een scheidsmuur voor beider voor elkaar luid kloppende harten. Is godsdienst wel een zegen voor de menschheid? vraag ik me zelf dikwijls twijfelend af.

Denk u het razend en onharmonisch orchest der smidsen, der pletterijen, der smeltovens, brullende, knarsende, loeiende, kloppende, hamerende: een eeuwige donder, vlammen en bliksemstralend schietende naar alle kanten.