United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Iugarius vicus, straat in Rome, die aan den zuidelijken voet van het Capitool van de porta Carmentalis naar het forum liep. Iugerum, rom. vlaktemaat, 240 voet lang en 120 voet breed = omstreeks 1/4 hectare. Iugum, zygos.

Velabrum, straat of buurt in Rome van den mons Palatinus in de richting naar den Tiber, door den vicus Tuscus met het forum Romanum verbonden. Op het Velabrum waren winkels van fijne gerechten of lekkernijen, waar men ook koks kon huren. Velauni of Vellani = Vellavi. Veleda, profetes uit den stam der Bructeren ten tijde van Vespasianus.

Hij had een beeld in den vicus Tuscus, waarom hij voor een oorspronkelijk etrurisch god gehouden werd, en een tempel aan den voet van den Aventinus; deze tempel was door M. Fulvius Flaccus na zijn verovering van Volsinii gesticht. Vortumnus was waarschijnlijk de hoofdgod van Volsinii; zie ook Voltumna. Men bracht hem offers op den 13 Augustus. Verulae, hooggelegen stad der Hernici in Latium.

Elke barbier, die van buiten komt tegen het bevel, moet boete betalen, verliest zijn gereedschap en moet de Vicus Vispascensis verlaten. De kleermakers, schoenmakers en dergelijke mogen slechts hun bedrijf uitoefenen onder stipt vastgestelde voorwaarden.

Conciliabulum, eigenlijk verzamelplaats. Onder dezen naam werden marktvlekken en gerechtsplaatsen verstaan, die echter niet de rechten van een municipium hadden. Zie vicus no. 3. Concio = Contio. Concordia, godin der eendracht, voornamelijk van de eendracht tusschen de burgers en in den keizerstijd tusschen de leden van het keizerlijke huis.

Castra praetoria, vaste legerplaats der praetoriaansche garde, in 23 n. C., onder de regeering van Tiberius, buiten de porta Viminalis gebouwd door den praefectus praetorio Aelius Seianus. Castrum, sterkte, kasteel. Zie vicus no. 3. Ook een aantal steden droegen dezen naam. Castrum Inui, zie Inui castrum.

Het waren de matrozen van Ostia, het waren de slagers, warmoeziers, ooftverkoopers van het Velabrum, het waren de Gallen, het waren Taurus en zijn meiden, het waren de vollers en de soldaten. Het waren niet de voornamere winkeliers van den Vicus Tuscus; het was niet Tryfo, de boekhandelaar: die waren allen te deftig om den twee komediantjes plaats in te schikken.

Zij zouden zich vast klampen aan hun Bacchides èn aan hun dominus en zij liepen met hem vooruit: de caterva, slenterend, volgde, vol commentaar. Langs den Vicus Tuscus, die van het Forum naar het Circus Maximus leidde, rijden zich de winkels. Hier stond het beeld van den god Vertumnus, god van alle wisselvalligheid, god van goed en slecht weêr, god ook van koop en verkoop.

Cosmus maakte zich uit de voeten: hij was de geùrwerker, de beroemde, van den Vicus Tuscus.... Hij ging avondmalen met Tryfo, den boekhandelaar en de zijdeverkoopers en de goudsmeden.... Wie mag ik mijn ezel bieden? noodde Nilus. Kom, wie wil er op mijn ezel zitten? Alexa! Alexandra!! riepen de meiden van Taurus. Neen, zei Nilus' moeder. Ik ben niet moê.

Door het Forum Romanum, door de keizerlijke fora, langs den Vicus Tuscus de winkels gesloten, over het Velabrum geen markt! over het Forum Boarium geen runderen om den bronzen stier! langs den langen muur van den Circus Maximus nog toe!.... En het wriemelde tusschen de driehonderd zuilen van de Portiek van Octavia en langs de Theaters van Marcellus en Balbus....