United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Waarschijnlijk is heden de uitspraak van het orakel gunstig, want reeds met het aanbreken van den dag zijn de tsjarvadars komen vernemen, of wij gereed waren om te vertrekken. Op ons bevestigend antwoord, verzekerden zij dat de paarden zoo aanstonds zouden voorkomen. Hala, dat wil immers zeggen, dadelijk.

Die mooie jongen verkeert op den meest vertrouwelijken voet met de dames, tot wie niemand het woord richt; steeds vroolijk en lachende, gaat hij van de eene naar de andere, brengt boodschappen over, drijft de achterblijvende paarden voort, steekt de pijpen aan en rookt zelf; neemt de huilende kinderen van de moeders af, draagt ze op zijn schouders, en legt bijna den gansenen weg te voet af, zoo goed als de sterkste tsjarvadars.

"Wij zijn van den weg afgedwaald, antwoorden onze muilezeldrijvers; en uit vrees voor dieven zouden wij onze beesten gaarne onder dak brengen, in plaats van in het open veld te kampeeren." Aan de reizigers schenen de vriendelijke tsjarvadars niet eens te denken! Men wijst ons nu het huis van den ket khoda, het grootste van het dorp, waar wij, naar het schijnt, een onderkomen zullen vinden.

Ik kan u noch brood, noch thee, noch melk aanbieden; ik leef uitsluitend van pasteken, die ik van de tsjarvadars koop." Onze lichtzinnigheid heeft ons een leelijke poets gespeeld; maar er schiet nu niet anders over dan hier te wachten. Wij trachten een weinig te rusten, en zoo den honger te vergeten, die ons kwelde.

Wij moeten dus hier afscheid nemen van onze paarden en onze tsjarvadars, en onze reis te water vervolgen. Na veel moeite en haspelen, bezorgt de sheihk van Awas ons een vaartuig, waarmede wij de Karoen zullen afzakken tot Mohammerah. De boot is wel erg smal, en wij moeten niet veel beweging maken, willen wij haar niet doen kantelen, maar wij naderen toch gaandeweg de plaats onzer bestemming.

Een man met een zeer intelligent voorkomen, op eene lage bank van palmbladeren gezeten, vertelde aan zijn talrijk gehoor, bestaande uit tsjarvadars, boeren, toeffangtsjis en bedienden, een dier verhalen, waarnaar de Perzen, als alle Oosterlingen, zoo gaarne luisteren. Zoodra hij mij bespeurt, houdt de verteller eensklaps op. "Ga voort, ik zal met genoegen naar u luisteren." De man aarzelt.

Met den dageraad wordt overal appèl gehouden, en eindelijk verschijnen de tsjarvadars om onze bagage mede te nemen. Wij zijn nu ongeveer met ons tachtigen, mannen, vrouwen, kinderen, mollahs, bedienden, gevolgd door ruim honderd-vijftig lastdieren.

Maar daar komen twee vreemdelingen in de stad, twee geheel onbekende personen, die zichzelven niet genezen kunnen, maar toevallig enkele tsjarvadars hebben geholpen: en de gouverneur heeft geen rust voor zij hem willen behandelen, op het gevaar af dat hij sterven zal, indien die geïmproviseerde dokters onvoorzichtig genoeg zijn om hem er aan te wagen. 23 October.

De aanblik van dit hoog vereerde heiligdom is voor onze tsjarvadars eene gereede aanleiding om zich te beklagen over de miskenning der rechten en privilegiën der godsdienst, die sedert de komst der Faranguis in Perzië hand over hand toeneemt.

Tegen het vallen van den avond hebben de bedienden en de tsjarvadars, die altijd haast maken om te vertrekken, Kenareh verlaten. "Wij gaan vooruit, zeiden zij tot mij toen zij het dorp uittrokken; gij hebt slechts de telegraafpalen te volgen, om zeker te zijn, niet te verdwalen. Het is goed, antwoordde ik."