United States or Kiribati ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als God al die menschen en die dingen met één oogenflikkeren verdoemde, met één handoplegging vernietigde, wat zou hem dat deren? Zou de vreemde vogel, die aldoor zong, mooie weemoeds-klanken, op de stille transen van zijn torenwoning, dan zwijgen?....

En Amadijs, de schildknaap, die naast Gawein op het zelfde bedde gewoon was te slapen, sliep niet die nacht naast Gawein, het geen Gawein niet bemerkte, omdat hij, wakende zelfs, droomde van Ysabele... Den volgenden morgen zaten, na afscheid van den Koning, van Ysabele, van allen, die nu op de hoogste transen uitkeken, de vijf ridders van Tafel-Ronde op.

Een oud kasteel, verloren in eeuwenheugend groen, dat de oude muren en transen heeft overwoekerd met eene weelderige lijkwade, stil en verloren, terwijl daarbinnen alles slaapt den slaap der eeuwen. Een tafereel, dat het oog verrukt en de verbeelding machtig aangrijpt. Zóó is de Doorwerth, heerlijk in zijn jammerlijk verval.

Zag fier van de transen langs d' Yssel-boord rond: want de Graaf, het kasteel met den zwaarde gewonnen hebbende, deed het door zijne eigene wapentuurs bezetten. Er bestaat verschil omtrent de opgave van den tijd dezer gebeurtenissen; maar wanneer men alles naauwkeurig nagaat, moeten zy ongeveer in den nazomer van 1279, en in den voorzomer van 1280 hebben plaats gehad.

Tot weêrklank van Genaè, met Eng'len op de transen, Gevaar van 't smalle pad, uit onbekend genot... Een vader weegt zyn kind, met eeuw'ge kroonbalansen, Zich spieg'lend in, en door, en op, en onder God. Laat vry de zondenval, op onwaardeerbre wyzen. Het zevenslotig boek, een zang van 't boos geslacht, Nooit zal het sterflyk lied, by nacht naar onder ryzen.

Uit stukken, in het stedelijk archief bewaard, blijkt dat gevechten werden geleverd tusschen de verschillende wijken, straten, ja zelfs huizen. Elk paleis was een vesting geworden en van de transen der torens schoot men op het volk. De stad ging op deze wijze haar ondergang tegemoet. De opstand was zoo ernstig, dat kardinaal Mendoza Isabella ten zeerste afried, zich naar Andalusië te begeven.

De herders zijn al op, en de honden zijn aan het spelen, nat nog van den dauw. Ik leg enkele geldstukken in de vereelte handen, die mij worden toegestoken, en huiverend in den morgen wind, beklimmen we de hoogte aan het eind der langada. Binnen een uur is de top bereikt, juist op het oogenblik dat de roode zonneschijf de transen van den Parnon bestraalt.

Allen, die maar oogen en een brilleglas ter beschikking hadden, waren in de weer, en inderdaad hun getal was ontelbaar. Zonder overdrijving kon hun aantal, die gezichthelpende instrumenten van alle lengten en alle dikten bezigden, gerust op honderdduizend, ja op veel meer begroot worden. Er waren meer waarnemers dan sterren die aan de hemelsche transen met het bloote oog te zien waren.

Om nu echter nog even tot den stralenden lichttoren zelf onze aandacht te bepalen, nadat we wat vogels hebben nageöogd, die zich neerzetten op zijn transen of er in slaagden den invloed zijner glans te ontkomen en hem voorbij te varen in hun vlucht: Heine bedoelde ongetwijfeld iets dergelijks als dit laatste wat ik opmerkte omtrent Bonn, toen hij zei, dat ieder dichterlijk aangelegde wel 'ns een episch of andersoortig gedicht kon schrijven, maar dat de toetssteen voor den dichter het lied was; doch zoo men het al niet uit zijn geheele oeuvre wist, zijn inkleeding van die meening laat sterk voelen hoe door en door een lyricus ook hij was; neen, zeker, ook in Heine's genie was nagenoeg niets episch. En indien we nu zoowel naar Bialik zien, die een poëem schrijft, waarin hij naar Slousch's getuigenis, de Kischinewsche gruwelen haarfijn beschrijft, als naar Heine, die ten deele de kracht zijner felle satyre ontleende aan het scherp zien der realiteit, dan wordt het duidelijk, dat men ter verklaring waarom zich bij de Joden het naturalistisch-episch genie niet ontwikkeld heeft, zich niet van hetgeen Slousch opmerkt bedienen kan. Deze zegt nml.: ... "les lettres hébreux aimèrent

Hooger uit, in de groene pracht van de maanbeglansde gewelven, stille in zijne onverschillige transen besloten en met de rust van eeuwen langs zijn steenen kantwerk om, heerschte de heerlijke stadhuistoren. Sörge en Verlat maakten, al achter de Broodhalle, een korten omweg en geraakten over de Kiekenmarkt op de Anspachlaan.