United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op zekeren dag lagen er een paar straatjongens op den grond en wroetten in de goot, waarin zij oude spijkers, penningen en dergelijke dingen vonden. Het was een smerig werk; maar zij hadden er nu eenmaal schik in. «Aischreeuwde de een, die zich aan de stopnaald stak, «dat is ook een kerel!» «Ik ben geen kerel, ik ben een damezei de stopnaald; maar niemand hoorde het.

Hij heft machinaal zijn gewichten. Hij heeft mij gezien en groet mij. Hij pozeert nu voor zijn publiek, dat niet groot is: een paar voyou's, enkele trambeambten, een paar straatjongens. Wie onder het geëerde publiek wil zich meten met den Lion du Littoral? Wie onder het ge-ëerde publiek. ... Ik voel op mijn schouder een zwaar gewicht.

Toen de bende straatjongens voorbij was, ontwaarde men in het midden van den volkshoop een neger en een mulat, beiden op ezels gezeten en omringd door een troep Arabieren, met stokken gewapend. Het waren soldaten, die buiten de stad een paar dieven hadden gevangen.

En ze wees door 't raam naar-buiten, waar inderdaad de straatjongens met veel gejuich 'n preek kommenteerden die huisdominee scheen gehouden te hebben, want ze riepen: ho, ho, prikkelige slang met je verzenen ... houd je staart recht! Stòmdronken nu was huisdominee niet, dit hebben wy gehoord, maar dronken was-i.

Een stuk of wat straatjongens en enkele baliekluivers, die voor hun doen buitengewoon vroeg bij den weg, of waarschijnlijker sedert den vorigen namiddag nog niet thuis geweest waren, stonden met de grootste belangstelling te wachten op de dingen, die komen zouden. Zoodra Buter de voordeur opende, schreeuwde een van de bengels: "Daar heb je den Scholtiaan!"

Als hij zich buiten de deur vertoonde, vergezelde hem een stoet van beiderlei geslacht en van allerlei leeftijd op de straten, langs de kaden, zelfs in de Engelsche, Fransche en Amerikaansche nederzettingen, en dwars door de velden. Kwam hij thuis, dan moest hij door een hoop straatjongens heen worstelen, voordat hij zijn yamen kon binnentreden.

Thans was hij, met den belachelijken rattenstaart, die hem nog slechts overbleef, het voorwerp der algemeene opmerkzaamheid en der onaangenaamste bespotting! De straatjongens wezen hem na en vervolgden hem met allerlei zoutelooze grappen. Hij verlangde dus wel naar het einde der reis. Doch waar was dat einde?

Het zakje ontglipte haar hand en raakte los en al de rozijnen vielen in een lange, bruine streep op den grond, tot groote vreugde van twee of drie straatjongens, die uit alle macht aan het grabbelen gingen. Pijn deed ze zich gelukkig niet erg, maar ze had toch moeite om weer op te komen; de plek, waar zij gevallen was, was zóó glad. Telkens als ze probeerde op te staan, gleed ze weer uit.

"Bang niet, moeder; maar Jan van Dulven heeft ook naast hem gewoond en die heeft me gezegd, dat hij zoo'n akelige vent is, die altijd maar gromt en knort. Weet u hoe ze hem noemden?" "Ja, de straatjongens geven iedereen een bijnaam en vooral zal dat die Jan van Dulven doen; want dat is me een hachje! Als je me plezier wilt doen, dan moet je dien jongen links laten liggen.

Een jongen als jij, die den kostelijken tijd verluilakt, goêvrindschap maakt met gemeene straatjongens, en er een kerfstok op na houdt bij appelvrouwen, als Trijn Blomzoetken van de Floer Battensheul, zulk een is geen geschikt kompeer voor mijn jongen!