United States or Botswana ? Vote for the TOP Country of the Week !


In een aanval van vriendelijkheid wikkelde hij hem zelfs in zijn groene reissjaal. De genadige vrouw kwam naar buiten op de stoep met drie kleine boekjes, rood gebonden, in de hand. "Neem die," zeide ze tegen Gösta, "en houd ze, als je niet slaagt. 't Is Corinna, van Mevrouw de Staël; ik wil niet dat ze mee verkocht zullen worden." "Ik slaag altijd."

In het bekende gezegde van madame de Staël: "Liefde is voor den man een episode, voor de vrouw een geschiedenis," is dit zeer goed weergegeven. In de vrouw vinden wij het buitensporig geslachts-onderscheid van het menschenras, lichamelijk, geestelijk, maatschappelijk, het volledigst uitgedrukt. Eerst het lichamelijk onderscheid.

De literaturen aller volken wemelen van gloeiende lofzangen der liefde, in alle talen hebben de literaire genieën en alle verheven geesten zich uitgeput haar te bezingen. "De liefde," verklaart Madame de Staël, "verleent ieder uur zooveel zoetheid, vult elke minuut met zooveel heerlijkheid, dat zij, ook met de onzekerste toekomst voor oogen, in den roes van het oogenblik alles doet vergeten.

Hij stond in vriendschappelijke betrekking tot Alexander von Humboldt en Madame de Staël; het is bekend, dat vorst Metternich hem schreef als »Mon cher Bethmann« en de beroemde Ariadne van Dannecker werd zijn eigendom.

En wat Madame de Stael van de Duitsche geleerden zeide, "dat zij als kluizenaars leefden," dat kan van de Franschen volstrekt niet gezegd worden. "Wat zich eene berisping der maatschappij op den hals kan halen, wordt door hen meer dan door eenig ander volk geschuwd, en de heerschappij der despotische mode, strekt zich dientengevolge bij hen over veel meer en belangrijker zaken uit dan bij ons.

"Zij hebben beter dan eenige andere natie de kunst verstaan, den inhoud van het gezond menschenverstand, eene pikante, vernuftige, bepaalde en tegelijk geestige uitdrukking, een duidelijken en tevens liefelijken vorm te geven." "De Franschman," zegt madame de Stael, "schrijft en spreekt, zelfs als hij geen ideeën heeft. De Duitscher echter," zegt zij, "heeft, zooals meestal het geval is met dichterlijke, dweepachtige gemoederen, altijd meer denkbeelden, in het hoofd dan hij uitdrukken kan." De Fransche taal is een ware wetsteen van het oordeel en het zich duidelijk uitdrukkend verstand. Vertaalt iemand verwarde Duitsche begrippen, onduidelijke Duitsche volzinnen in het Fransch, dan lossen zij zich van zelf in hunne bestanddeelen op, of toonen het gebrek aan onderling verband. Op het Duitsch, even als op alle beschaafde talen van Europa, heeft ten gevolge daarvan in nieuweren tijd het Fransch, doordien men zijne duidelijkheid, netheid en helderheid algemeen begreep, een niet geringen invloed gehad. De lange volzinnen der Italianen, Spanjaarden, Duitschers, heeft het ontbonden; de slepende voordracht, die men vroeger bij de schijvers dezer volken zonder tusschenpunten aantrof, heeft het verlevendigd. Dat heden ten dage over het algemeen in Europa zooveel bondiger, zooveel duidelijker en ook natuurlijker geschreven en gesproken wordt dan vroeger, is eene verdienste der Franschen, die hierin natuurlijk waren en aan andere volken den weg wezen. Als zij de poëzie hunner naburen, de Italianen, Spanjaarden, Portugeezen somwijlen waterachtig maakten, zij hebben daarentegen in geheel Europa in het proza den goeden smaak en het gezond menschenverstand bevorderd. Een der Duitsche literatoren zegt: "men mag er niet aan denken, hoe donker het in dit opzicht nog in onze hoofden, hoe onbeholpen onze sprekende lippen en schrijvende vingers zijn zouden, als er in de Europeesche volken-familie geen Frankrijk geweest was, als het heldere hoofd van den Franschman ons niet voorgelicht had." Dit zal het ook duidelijk maken, hoe in geheel Europa geene andere nieuwere taal, noch de muzikale der Italianen, noch het pathetische en edele Spaansch, noch het kernachtige Engelsch of het rijke en degelijke Duitsch, in die mate invloedrijk geworden is als het Fransch. Tot aan het einde der 17de eeuw was het Latijn de algemeene taal der Europeesche geleerden, der diplomaten en politici. Bij den vrede van Rijswijk 1697 stelde Lodewijk

Het overstelpt worden door den stroom der gebeurtenissen van het uiterlijke leven, het zich inspireeren op antieke voorbeelden maakten de kunst zoo. Maar bij den aanvang der nieuwe eeuw kwam de omkeer. In haar werk "Over Literatuur," dat in 1800 verscheen, rekende Mme de Staël, naast Bernardin de St.

Ook Jozef, door wiens invloed zijn zwager Bernadotte kort te voren tot staatsraad was benoemd, onderhield relaties met zijn broeder vijandig gezinde personen, als Benjamin Constant en mevrouw de Stael. Was dit kwade trouw of onnoozelheid? Wie zal 't zeggen?

Het oude geloof, dat voor het Christendom had moeten wijken, openbaart zich in een tooverformulier, dat wel gekerstend is, doch waar het oude geloof nog uit opduikt als een duiveltje uit een verlucht getijdenboek. Want dit is wel het oud-nationaal geloof: ... ... dat my gheen dinghen en moghen vellen Noch gheen tonghe en moge quellen, Noch yser noch stael my sniden noch slaen.

Voor alles moesten ook hunne regenten trachten de goedkeuring van Parijs te ontvangen, even als Alexander streefde naar die van Athene, en zij voelden zich in hunne heerschappij over het geheele land en volk verzekerd, als zij die stad in handen hadden, van welke madame de Stael gezegd heeft: "dat het leven er zoo schitterend, zoo aangenaam en zoo behagelijk was, dat men daar alle verder geluk en ook de vrijheid ontberen kon."