United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het buitengewoon in-trek-zijn van Cats, bij aanzienlik en gering, bij geleerd en ongeleerd, is te bekend om er hier over uit te weiden. De Trouringh handelt over de Liefde. Die is de meeste. Zie mens en dier; zie de onbezielde natuur, "siet de zeylsteen en het yser", dat elkaar aantrekt, ziet "het amber en het stro." Leringen nu wekken, maar voorbeelden trekken.

Die schoone, malsche, groene streek vol vreedzaamheid, 't was een verraderlijk moeras waarin zij zich voelden meeslepen en wegzinken, zooals hun duizenden en duizenden makkers waren meegesleept en weggezonken, machteloos, brullend van wanhoop, onder onmenschelijke folteringen, tot het fataal onverbiddelijk einde. De Yser! De Yser!

En bij dat enkel woord "de Yser" gruwden de Duitschers. Slechts vagelijk wisten zij wat daar gebeurde. De verhalen klonken verward, maar schrikwekkend. Alleen dit wisten zij duidelijk: dat er steeds duizenden en duizenden van hun makkers werden heengezonden en dat de legers er toch geen voet verder kwamen. Zij vielen er, die duizenden en duizenden!

De Yser was een afgrijselijke, nooit verzadigde Moloch! In de stilte van de lange winteravonden spraken zij met de lui bij wie zij waren ingekwartierd over dat geducht gewest. Zij haalden hun stafkaarten uit en luisterden in angstige roerloosheid naar de verhalen van sommige menschen welke die streken kenden en bezocht hadden.

De doodsmare was rondgestrooid, niemand wist hoe, niemand wist door wie; althans dien ochtend gingen ze nog niet. Zij gingen ook den daarop volgenden ochtend niet, en ook nog niet den derden dag, doch 's avonds van den vierden dag kwam eensklaps het bevel: Morgen naar den Yser! Zij wilden 't eerst nog niet gelooven. Angstig-gejaagd schoolden zij samen op de dorpsplaats rond de kerk.

En beiden leefden in stille hoop en afwachting: de Duitschers dat zij daar nog zouden mogen blijven zonder naar het front te worden opgeroepen; de Vlamen dat de vijanden, ofschoon zich fatsoenlijk gedragend, toch maar zoo spoedig mogelijk zouden vertrekken. Opgeroepen worden en vertrekken, dat beteekende naar het front aan den Yser gezonden te worden.

Voorts bezat het gesticht tienden en goederen te Mater, te Welden, te Leupegem, te Schoorisse, te Eine, te Avelgem, te Bosuit, te Moen, te Werken, te Handzame, te Oost-Roosbeke, te Deurne, te Kluizen, te Marke, te Oosterzele, te Everbeke en te Hoorebeke. Eene oorkonde van 1187 noemt gronden, ingenomen door het kanaal de Yser.

To jenst-vr tha Dênamarka ånd that Juttarlând hêdon wi folkplantinga mith en burchfâm, dâna wonon wi kâper ånd yser, bijvnka târ, påk ånd svma ôr bihof. To jenst vr vs formêlich Westland thêr hêdon wi Brittanja mith sina tinlâna. Brittanja thåt was thåt lând thêra bannalinga, thêr mith hulpe hjarar burchfâm wêi brith wêron vmbe hira lif to bihâldana.