United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kletterende waterstralen vielen van parapluies, hooge hoeden en zwarte jassen, die glommen als de schilden van de watertor, de schoenen zoenden en smakten in den doorweekten grond. Toen gaven de menschen het op, en dropen bij kleine troepjes zwijgend af, een menigte papieren, ledige flesschen en sinaasappelschillen als onoogelijke sporen van hun bezoek, achterlatend.

Men begon de lekkere vruchten te eten en roemde hoog haren voortreffelijken smaak; maar welhaast deed de baanwachter zijne kinderen een teeken, dat door hen begrepen werd; want zij hielden van eten op, alhoewel zij de lippen verroerden en hoorbaar smakten, om de blinde te laten gelooven, dat zij voortgingen met het genieten der sappige vruchten.

Met glinsterende oogjes keek de ouwe vrouw naar de bewegingen van haar zoon, die bij 't raam het likeurglaasje vulde. "Geef 't d'r nou niet, Karel." "Waar bemoei je je toch mee!" zei het ouwetje bits, met een grijpend uitstrekken der skelet-handen naar het glaasje. "Omdat 't niet goed voor je is." Het glaasje was al leeg. De dunne lippen in het gele knokelgezicht smakten na.

Driftig met sprongetjes, kwam de bedreiging. En nu smakten de lippen. Dat was toch zoo'n malle gewoonte van Groo'va, net iemand, die de soep te zout vindt. Dit door mij gecursiveerde zinnetje is uitstekend.

Jankend, huilend, knorrend, keffend, tandenknarsend renden zij, elkander af en toe op oorvegen onthalend, de kooi rond, alsof zij dol en van zinnen waren; begeerig keken zij naar het vleesch, wentelden zich, als de oppasser het hun niet oogenblikkelijk toereikte, als 't ware vol wanhoop over den grond, schoten, zoodra het stuk hun toegeworpen werd, er gretig op af, en kauwden nu, terwijl zij druk smakten, knorden en bliezen, zoo ijverig, slokten en verzwolgen zoo gulzig, dat men er niet aan kan twijfelen, of de sprookjes van de oude schrijvers hebben hun ontstaan en in zekeren zin hun rechtvaardiging gevonden in het waarnemen van het gedrag van zulke gevangene Veelvraten.

Benee, loopend over kreunend-piepende planken, tusschen de greppels en paalstompen, smakten ze de steenen op een vierkante laag bij de heimachine. Anderen reden heipalen, bunglend aan kettingen tusschen tweewielige karren. En omdat een paal z'n draai verkeerd had genomen, tegen de overzij-stoep stuitte, wachtten de voetgangers, bang voor 't ruwe gerol dat de keien bedreunde.

Zij waren blij als de nietige kopjes ongedeerd op hun schaaltjes stonden en proefden rustiger van de likeur en smakten gul aan de lekkere sigaren. Picavet en Van Speybroeck waren dadelijk door een zijdeur verdwenen en kwamen na een poos terug met minder benauwde gezichten.

Op hetzelfde oogenblik werden ze met boot en al opgeheven. Toen smakten ze neer in de diepte.... Snel als de gedachte was de djaloer onverlet over de rotsen heen geschoten en gleed voorwaarts in het lagere gedeelte van de rivier. De mannen zaten versuft te kijken, nog altijd de handen om de boorden geklemd. Kees herkreeg het eerst zijn bezinning. De djaloer stond vol water. »Hoozen, Marti!"

Door het slop smakten en zogen de schoenzolen weêr voort of sloffend òp van uit het benauwde lage, telkens wanneer het brokkelige gepraat, het harde klanken van Vogels stem maar even stil was.

Ze smakten met de lippen, en hun tongen zochten in de mondhoeken, of er soms nog een spritseltje was overgebleven. Ze werden allen vroolijk, dansten hand in hand, en allen waren ze vergeten, dat er nog een klein kaboutertje bestond, dat nog niets had gekregen.