United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doch hij begreep dat er niets aan te doen was en liet alvast, voor den volgenden ochtend, plaatsen naar Vlissingen bespreken. Of ze nog iets wenschten te gebruiken? vroeg de gérant. De generaal raadpleegde met den blik zijn dames. Neen; geen van beide had in iets zin. De gérant boog en ging hen voor naar de lift. Even krabbelde Rikiki in zijn mandje en neuspiepte fijn terwijl zij binnenstapten.

Hij drukte hen de hand en zoo deden ook de dames en hij zoende nog een laatste maal Elsatje, op beide wangen. Rikiki werd in zijn mandje geduwd en 't deksel viel er op neer, als op een doodkist. Zij spoedden zich over de brug naar beneden... De generaal en de twee dames hingen naast de andere passagiers over de verschansing en staarden in de menigte op de kade.

Toen de boot eindelijk in de Hollandsche haven landde, hielden zij zich als één familie bijeen om in de akelige drukte elkaar niet te verliezen en het klein Elsatje droeg met moederlijke teederheid en met stralende oogjes van geluk het mandje van Rikiki, die haar reeds kende, zeide zij, en die zij voortdurend streelende woordjes tusschen de reetjes der teenen toefluisterde en af en toe, wanneer de anderen het niet zagen, dwars door het zorgvuldig gesloten dekseltje, zoentjes toezond...

Maar ze zullen Rikiki uithongeren, folteren, vermoorden! gilde hardop de schoonzuster, alsof ze plotseling krankzinnig werd. Er was een oogenblik absolute, doodsche roerloosheid en stilte.

Hij kwam, oortjes gespitst en stompestaartje wringend en keek de vrouw met strakke, glinsterende oogjes aan. Maar toen ze zich bukte om hem op te nemen sprong hij vlug op zij en bleef weer een eindje verder roerloos staan, even zijn stompestaartje wringend, oortjes trillend gespitst, intelligente oogjes flikkerend. Rikiki begreep.

De gruwelijke oorlog, de afgrijselijke verwoestingen, de ruïne van het land, de vernieling van hun stad en van hun huis, al het lijden, al het onrecht, al de wraakroepende wreedheden, alles wazigde weg en verbleekte tegenover de geraffineerde marteling, die zij om Rikiki doorstonden. O! hadden ze dát geweten, wat waren ze gaarne gebleven, al moest het dierbaar huis ook op hen neerstorten!

O, die lieve, aardige, gezellige Rikiki, en o, die gelukkige Rikiki, die maar niets voelde en niets vermoedde van al de ellende en verschrikkingen waaronder zijn ongelukkige meesters ten gronde gingen! Zou men zelf niet wenschen een onwetend dier te zijn, om al die narigheden niet te kennen! Het korte maal was afgeloopen en meteen kwam weer de somber-droevige stemming.

Rikiki was noch van den generaal, noch van zijn vrouw, noch van haar zuster: Rikiki was van hen allen. Eerst was Rikiki, dan was het dierbaar huis, dan was de generaal, dan was de vrouw en dan de schoonzuster; en dat alles smolt samen tot één enkel, dierbaar symbool van geluk, en dat dierbaar symbool was nog eens Rikiki.

Bizonder veel variatie was er niet en zij vestigden maar na onderlinge goedkeuring, hun keus op gebakken tong met sla en beafsteak met aardappelen. Terwijl dat werd klaar gemaakt herhaalden de generaal en de dames nog eens met nadruk hun nauwkeurige instructies nopens het voedingsregiem van Rikiki. 's Ochtends een schaaltje met brood geweekt in zoete melk. Daar was hij dol op.

Daar, op dat groote, bruisend schip, dat straks met hen zou wegvaren, zagen zij hem nog, voelden zij hem nog, hadden zij hem nog; maar over enkele oogenblikken was 't de scheiding, de scheuring van elkaar. Rikiki bleef als een wees bij vreemden achter en tusschen hen en hun geliefde, hun kind, hun leven, lag de eindelooze, woeste deining van de overweldigende zee.