United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het vuur des verlangens, dat nu uw gansche wezen weldadig verwarmt, zal in honderden stralen uitschietend u kwellen, u folteren, want de bezinning zal de zintuigen voortbrengen, en de hoogste vervoering, die de vonk, welke ik in u werp, ontsteekt, is hopelooze smart, waarin gij ondergaat, om er later weer vreemd-geaard uit te ontbloeien.

Maar ze zullen Rikiki uithongeren, folteren, vermoorden! gilde hardop de schoonzuster, alsof ze plotseling krankzinnig werd. Er was een oogenblik absolute, doodsche roerloosheid en stilte.

Dat deden zij, en wel zoo wreedelijk, dat de huid en de spieren van den ongelukkige vaneenscheurden en dat de voeten nog nauwelijks aan de beenen hingen. ... Michielken volhardde in zijne verklaring, dat hij onschuldig was; Spelle deed hem opnieuw folteren en liet hem verstaan dat hij hem vrijelijk zou laten henengaan, zoo hij hem honderd gulden wilde ter hand stellen.

Een aantal inhechtenisnemingen volgde op dit doodvonnis; gelukkig had Willem van Oranje intusschen bericht gekregen van Sonoy's wreede handelwijze; hij verbood, de gevangenen te folteren en ter dood te brengen; doch den wensch van vele zijner vrienden, die over die bloedige tooneelen diep verontwaardigd waren en daarom op de afzetting van den wreeden gouverneur aandrongen, kon hij niet vervullen.

Ze had geerne een geweldige wroeging willen krijgen, een bijtend folteren van al haar vleesch, een schok in haar herte om neer te zinken, onmachtig.... Het bleeke wezen vervaagde, teerde uit zonder oogenverwijt; en sterker herstraalde tallenkant, triomfelijk, het lokkig gezegde: Een wonderbaar ... een wonderbaar....

Zoo werd Pieter de Roose hun vriend en metgezel en deed hij alles wat zijn slecht karakter hem ingaf om degenen te folteren, die hij verfoeide, en dat waren al de inwoners van Meulestede, doch mijn armen broeder het meest. ... Eerst en vooral begon hij met Michielken.

En het volk van Karang Asem spreekt nog met haat en vrees van den vorstenzoon K'toet, Goesti Djilantik's neef en doodsvijand, den zwaarlijvigen, vadsigen doe-niet, die zijn genoegen vond in folteren.

Dat alles zag en wist en voelde hij, met een hopelooze helderheid, die zijn folteringen nog verergerde; en, in 't besef van het naderend einde, kwam nu ook in hem een vrees op, kwellend en onverjaagbaar: de toenemende, afschuw-wekkende vrees voor straf en boetedoening hiernamaals, gevolg van al het kwaad en onrecht, dat hij gedurende zijn gansche leven had bedreven. Wat al menschen had hij, al die lange jaren, niet mishandeld en bedrogen en bestolen! Zij wisten 't niet, maar Hij, de Groote Rechter, vóór wiens troon hij weldra zou verschijnen, die wist alles, en die zou hem rekening vragen en hem tot het einde der eeuwigheid, die geen einde had, in de Hellevlammen doen folteren! Dan zat hij in zijn leunstoel zich te kronkelen, alsof hij de gruwelijke brandpijnen reeds voelde; en zijn koorts-gloeiende oogen spalkten zich van afschuw open en zijn bibberende lippen slaakten heesche kreten, krampachtig-smeekend om genade. Doch w

De bleekgloeiende letters folteren zich door den mist van den licht wordenden regen. Suis-zingend, 't bruisen nabij staat er de Bar. Ze houdt de kandelaars-armen verwelkomend uitgestoken bijzijden den kapel, die dragen nog de gekroonde kooien van het ouderwetsche gas of 't leêge bekers waren.

Een traan van woede glimde op haar brandende wang; zij richtte het hoofd eensklaps op, en lachte als een boze geest met venijnige vreugde. Dan hernam zij: "O verwaande Vlamingen! Gij kent Johanna van Navarra nog niet. Gij weet niet hoe schriklijk haar wraak u treffen kan ... Rust en slaapt zonder vrees in uw vermetelheid; ik weet middelen om u te folteren.