United States or British Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het strenge toezicht op het private leven was onmogelijk zonder een stelsel van bespieding en verklikking, waar de stank van wantrouwen, oogendienst, babbelzucht en kwaadsprekerij van verre uit opstijgt, dat doodend werkt op den gezelligen omgang, lach en kus op de lippen verstijven doet.

Dergelijke zaken zijn in de geschiedenis der menschheid meermalen even moeielijk te doorgronden, als b.v. in de natuur, de manier en de wijze, hoe en door welke chemische werking in den wortel van den rozenstruik, de droppel die bestemd is den knop te vormen, opstijgt en zich bevestigt, en hoe zich uit het knopje de schoone bloem ontvouwt.

Sla dan den bijbel maar open; wij weten thans wel wat zij is, die vunzige schimmellucht, die er uit opstijgt; wij weten het al vooruit, dat gij bij voorkeur het oude testament zult opslaan, door u en de uwen in hooger waarde gehouden, om zijn meer theocratischen geest, omdat uwe geestelijke heerschzucht naar een hiërachischen invloed haakt zooals gij dien daar vindt, omdat daarin vele gevallen voorkomen van booze koningen, die door profeten en priesters worden terechtgesteld, omdat gij er vooral een tuighuis zult vinden van scherpe wapens ten behoeve van uwe zaak.

De lucht is ook weer veranderd, en er is nu licht in het Oosten, waardoor de rivier bij hoog water er als zilver uitziet met een donkeren achtergrond van pakhuizen aan den Surreyschen kant, waar een dikke rook uit hooge schoorsteenen opstijgt.

De bloembedden onderwierpen zich aan het wettige koningschap der leliën; de heerlijkste geur is die, welke uit het witte opstijgt. Men ademde den scherpen geur der nagelbloemen. De oude kraaien van Maria van Midicis zaten verliefd in de hooge boomen. De zon vergulde en kleurde de tulpen, die niets anders zijn dan alle verschillende vlammen in bloemen veranderd.

Dalmaly wordt dan bereikt, en van daar wordt de reis voortgezet langs een straatweg, die langs berghellingen voert en soms ter halver hoogte daar langs opstijgt; die zich boven en langs bergstroomen en fiords slingert te midden van die eerste voorsprongen van den Grampianbergketen, te midden der glens, overal met heidebloempjes overdekt, gestoffeerd met denneboomen, met eiken, met beuken en met berkeboomen en daalt de opgetogen toerist van het hoogland neder bij de kuststreek van Oban, die, wat schilderachtigheid betreft, aan de meest beroemde van de geheele Atlantische zeekust dienaangaande niets te benijden heeft.

De verzinking is het graf, dat, vloeiend geworden, van den bodem der aarde naar een levende opstijgt. Ieder oogenblik is een onverbiddelijke doodgraver. De rampzalige poogt zich te zetten, te gaan liggen, te kruipen, al zijn bewegingen begraven hem; hij richt zich op, hij zinkt; hij voelt zich verzwelgen; hij tiert, smeekt, schreeuwt tot de wolken, wringt de handen, wanhoopt.

De Kerstlichtjes stegen al hooger en hooger: zij zag ze nu als sterren aan den hemel; een daarvan viel naar beneden en vormde een lange, vurige streek. «Nu sterft er iemanddacht het kleine meisje; want haar oude grootmoeder, de eenige, die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt.

In stoomvaartuigen houden de ketels voor lage drukking de vuurplaatsen en rookleidingen geheel met water omgeven, zoodat het vuur binnen den ketel brandt, en de rook, mede daar binnen, naar den schoorsteen opstijgt; ketels van middelbare of hooge drukking zijn meestal op die wijze ingerigt, en houden in velen een groot getal kanalen of buizen, waardoor het vlammende gaz ter verwarming stroomt; ketels van stoomwagens of zoogenaamde locomotieven houden tot dat einde een groot getal enge pijpen.

In het vierde zeg ik hoe hij haar aldus ziet, dat wil zeggen van zulke hoedanigheid, dat ik deze niet kan begrijpen, dat wil zeggen dat mijn geest opstijgt tot hare hoedanigheid in zulk een graad dat mijn verstand het niet bevatten kan, aangezien ons verstand zich verhoudt tot deze gelukzalige zielen gelijk ons zwakke oog tot de zon; en dit zegt ook de Filosoof in het tweede boek der Metaphysica.