United States or Slovenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Waar blijf jullie toch?" riep hij, toen hij dat bemerkte. Langzaam kwamen de anderen nader, en zonder spreken vervolgden zij hun weg. 't Was intusschen geheel donker geworden, en de najaarswind gierde door de takken der boomen. Op eenigen afstand brandde een lichtje. Dáár woonde de heks. "Zeg, nu moesten we haar eens onverwachts tegenkomen," fluisterde Piet van Dril. "Wat zou je dan doen?"

De nacht viel, sinister, over het plein voor de herberg: In de Pythia. De najaarswind woei klagelijk. Davus en de voerman, op de andere bank, zaten met angstige gezichten toe te luisteren. Ruischend als van vreemden zang, vielen de platanebladeren om ons rond.

En hij hield er van om, zoo'n Zondagmiddag, na veel lectuur, als 't ging schemeren, zoodat hij de letters niet meer zien kon, op te staan van zijn stoel en te gaan loopen door zijn half-duistere kamer, met geruischlooze stappen, voelend in zijn hoofd een vreemde lichtheid, als werd 't doorwaaid van frisschen najaarswind en de kamer om hem heen als een stille kluis en dan ergens tegen den muur te gaan staan en te kijken naar de stille dingen in de kamer, de dingen die begrijpen, kennen, en zwijgend peinzen in 't slepende gewaad van de schemering.

En toch.... Sinister die nacht over het plein.... Klagelijk de najaarswind.... Zoo bleek de gezichten van dienaar en voerman.... Hoor, wat zong er toch vagelijk door de vallende platanebladeren?

Mijn reiswagen hield stil voor een kleine herberg; er hing in den kouden najaarswind een blikken uithangbord boven de poort te rammelen; op dat rammelende bord was geschilderd iets als een witte figuur en er onder stond geschreven: IN DE PYTHIA. Ik begreep.

Van op de lagere huisverdieping klonk, boven het gewone straatlawaai, een langzame mannenstem. Ze was niet fraai, noch helder. Ze droeg, als uit eene holte, de eentonigheid van een traag lied en ze deed waarlijk vreemd, gelijk een die zal gaan huilen in een najaarswind.

Het rijtuig stond stil. Het wachtte bij de trap en werd seffens doorgezonden. De koude najaarswind zat hen op den rug en ze gingen vóor het vuur in de eetzaal zitten. Vere, zei hij na een tijdje, wat zoudt ge doen als ik u niet meer liefhad? Ik zou daar in berusten, dat ik niets gedaan heb om uwe liefde te breken ....