United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De zaak is nu voor hen heel eenvoudig geworden. Zij zijn het er over eens dat Jeanne zich heeft schuldig gemaakt aan meineed en weder-afvallig is geworden, en aangezien de Kerk de door haar uitgesproken doodvonnissen niet zelf voltrekt, zal de veroordeelde worden overgeleverd aan den wereldlijken rechter.

By u, en by die zon, die meineed weet te straffen, Zweere ik mijn' broeder wraak, en 't aardrijk rust te schaffen. Het bloed des Arbaliets zal boeten voor ons bloed; De wareld, veilig zijn van Reuzenovermoed. Ik zal des warelds juk op hun gebeent' verbreken; Of faal ik in 't bestaan, haar op my-zelven wreken! Maar gy, mijn broeders! thands mijn kinders, mijn gezin!

Doorlees van Julia 't hart, uw eerstbeminde; Om haar hebt gij uw trouw in duizend stukken, Die ge eeden noemt, verdeeld; en elken eed Verkeert ge in meineed en zweert dien aan mij. U rest geen trouw, of wel, gij hebt twee trouwen, Wat erger is dan geen; veel beter geen, Dan trouw in 't meervoud; altijd één te veel. Gij huich'laar bij uw trouwsten vriend!

Gij grijpt naar uw gordel? Gij verbleekt? Uw mes is verdwenen?" »Het is weg. Ik moet het verloren hebben, en een vijand van mij..." »Bind hem, boei hem, Bischen! Leid den verrader en zijne valsche getuigen naar den kerker! Morgen worden ze allen geworgd. De dood is de straf voor den meineed. Als zij ontkomen, dan verbeuren de wachters hunne hoofden.

LUCIANA. Dan zwoer hij ook, dat hij zich vreemd'ling wist. ADRIANA. Dan zwoer hij waar, en toch, een meineed is 't. LUCIANA. Toen nam ik uw partij. ADRIANA. En wat deed hij? 11 LUCIANA. Wat ik voor u hem vroeg, vroeg hij van mij. ADRIANA. En hoe bood hij zijn valsche liefde u aan? LUCIANA. Káns had een eerlijk aanbod, zoo gedaan. Ik was zoo schoon, mijn taal zoo zacht, zoo zoet,

Zelfs nu vloek ik den dag, maar toch ik meen, Niet vele zijn er door mijn vloek te treffen, Waarop ik geen opmerk'lijk kwaad bedreef; Geen man versloeg of niet zijn dood beraamde; Geen maagd verkrachtte of 't plan er niet toe smeedde; Geen eerlijk man betichtte en meineed zwoer; Geen haat ten doode bij twee vrienden zaaide; Het vee van armen niet den nek liet breken, In schuur en schelf bij nacht den brand niet stak, En de' eig'naars toeriep: "Bluscht hem met uw tranen!"

Gij weet niet dat Cambyzes u reeds lang met een jaloersch oog aanziet, en dat uw nachtelijk bezoek bij de Egyptische...." »Sedert Nitetis hier is, heb ik op de hangende tuinen geen voet gezet!" »Maak thans uwe overtreding niet nog erger door een leugen. Ik...." »Maar ik zweer u...." »Wilt gij eene daad van lichtzinnigheid door meineed tot eene misdaad maken?

Zij lei hare armen om zijn hals, sloot half hare oogen, en hare lippen beefden van gretige verwachting.... Hij raakte ze niet. Kom, zei hij. Hij sleepte haar mee, weg uit die helsche, wraakroepende spiegeling, waaruit de modder van zijn meineed hem naar het voorhoofd spatte. Vóor het breede bed hielp hij haar uitkleeden. Hij deed het ongemanierd, angstig.

De voornaamste deugden zijn: overgave aan, vertrouwen op en dankbaarheid jegens God. In den omgang met de menschen beveelt de Koran: eerlijkheid, dankbaarheid, trouw aan het eensgegeven woord, weldadigheid; strenge straffen bedreigt hij voor meineed, moord, woeker, spel en drank. Een ongelukkig voorschrift was, dat de Mohammedanen hun geloof met het zwaard moesten uitbreiden.

De groote menigte heeft nog zeer weinig doorgedacht over de beteekenis van de uitdrukking "persoonlijke vrijheid". Voor velen roept dit woord de voorstelling op van om iets te noemen een heer, die zijn dag begint met zijne voeten op de ontbijttafel te leggen en dien eindigt met de vrouw van zijn vriend te verleiden, daartusschen-in een meineed gezworen, een wissel vervalscht, een sluipmoord begaan, heeft.