United States or Zimbabwe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Allard bleef echter de drie dagen, die er nog moesten verloopen, voor hij met den Coevordschen postwagen naar Zwartsluis zou vertrekken, onrustig en gejaagd, ja zóó, dat zijne nichtjes, die ik vergat het te zeggen verre waren van hem met onverschillige oogen aan te zien, begrepen, dat hier meer in 't spel was, dan verdriet over den dood van Marrije, en allerlei pogingen aanwendden om achter het fijne van de mis te komen.

Vooral de moeder, eene vrouw van meer dan gewone lichaamslengte en krachten, drukte zich zeer hevig uit, en verzekerde, terwijl zij met gebalde vuist op de tafel sloeg: »dat zij zoo Marrije mocht komen te bezwijken wel wist wie haar gezelschap zou houden!"

De vreeselijke bedreigingen van de moeder van Marrije klonken hem nog schril in de ooren, en hoewel de ~Stroeve~ zich volstrekt niet ongerust betoond had, toen hij ze hem mededeelde, en lachend had aangemerkt: dat deze lieden gewoon waren geweldig te blaffen, maar niet te bijten, en dat hij, ook wanneer zij dit mochten willen doen, volstrekt niet voor hen vervaard was, bleef hij van een heel ander gevoelen.

Daar moest hij haar vertellen hoe hij heette, waar hij woonde en wat hij hier kwam doen, en haar sprekend oog en levendige gebaren, getuigden van hare belangstelling in dat onderwerp. Toen hij vertelde wat men van haar gezegd had van het ongeluk, Marrije overkomen, balde zij de kleine vuisten, maar barstte terstond daarop in snikken uit.

Van hare gelaatstrekken was niets te zien, want evenals de Grieksche treurvrouwen, hielden zij met hare mantels het hoofd bedekt; maar de hooge statuur, en de eigenaardige vormen van eene van haar, maakte gissing naar haar persoon overbodig. Het was de moeder van Marrije, en de kist bevatte het lijk van het arme meisje.

Maar de moeder, die op het geschrei van het meisje was komen toeloopen, zag niet zoodra haar kind in de armen van »Nevelhekse", of zij hief een onzinnig geschreeuw aan, en riep daarmee de geheele buurt buiten. »Haar kind" riep zij »werd behekst door deze duivelin, en zou nu eerlang sterven, evenals de arme Marrije!" en honderd keelen hieven weldra denzelfden kreet aan.

Ziehier, wat Cilie met moeite en afgebroken woorden evenwel verhaalde van hare ontmoeting met hare booze vijandin: Ze had voor een ziek kind in de buurt iets gekookt, en was, nadat zij dit had aangereikt, in gedachten verzonken, naar het meer gewandeld. IJlings was zij daarheen gesneld, maar in plaats van den hond, vond zij de moeder van Marrije, en wel bezig met russchen te vlechten.

In 't eerst schreef hij dit woest bedrijf toe aan de moeder van Marrije, maar de huishoudster verzekerde, dat zij reeds voor veertien dagen met hare gansche familie naar 't Bentheimsche was vertrokken, en.. klonk daar niet in de verte de stem van Cilie? Gewis, en veel vreemder dan ooit!

»Zij is dood!" dus klonk het Allard in de ooren, toen hij, van eene wandeling teruggekeerd, thuis kwam, »de arme Marrije is dood!" 't Was kort voor zijn vertrek naar Holland was bepaald, en de barbier, die op zijn verzoek de zieke behandelde, bracht hem deze tijding trouwens niet geheel onverwacht. Haar toestand was verergerd in de laatste dagen.

Wel wist zij Allard had het haar meermalen gezegd dat die familie haar zeer ongenegen was, maar zij wilde haar dan ook volstrekt geen overlast doen, en alleen maar vragen: wat men van den zieke wist, en.... of er eenige hoop op zijn spoedig herstel bestond? En thans..... nu men ook den dood van Marrije aan haar toeschreef..... wie kon haar zeggen wat haar stond te wachten!