United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ziedaar honderd louisd'ors, koop u een hoed." "Grootvader," hernam Marius, "lieve grootvader, zoo ge wist hoe ik haar bemin! Ge kunt het u niet verbeelden; 't was in het Luxembourg dat ik haar den eersten keer zag; zij kwam er; in den beginne lette ik niet veel op haar; maar toen, ik weet zelf niet hoe het kwam, werd ik verliefd op haar. O! hoe ongelukkig heeft mij dat gemaakt!

"Ha!" bromde hij nog half slapend, "hier moet ik er uit." Toen kreeg hij door zijn ontwaken trapsgewijze zijn geheugen terug, en dacht hij aan zijn tante, aan de tien louisd'ors; en aan het verslag, dat hij op zich genomen had van Marius' gedrag te zullen doen. Dit bracht hem aan 't lachen. "Hij is misschien niet meer in het rijtuig," dacht hij, zijn kleintenue-jasje dichtknoopende.

Wij wisselen van garnizoen, en trekken nu van Mélun naar Gaillon. Om uit het oude garnizoen, in het nieuwe te komen, moet men Parijs door. En toen dacht ik: ik ga tante eens bezoeken." "Dit is voor uw moeite." En zij drukte hem tien louisd'ors in de hand. "Voor mijn pleiziertjes, wilt ge zeggen, lieve tante."

Daar er een liefje is, moet ge het trachten te zien; dan schrijft gij ons de geschiedenis. Dat zal zijn grootvader pleizier doen." Théodule had weinig smaak in zulk een bespieding, maar werd toch verteederd door de tien louisd'ors, die mogelijk nog vermeerderd konden worden. Hij nam de taak dus op zich en zeide: "Zooals 't u belieft, tante;" en voegde er in stilte bij: "Nu ben ik duegna geworden."

Marius zond de dertig louisd'ors aan zijn tante terug met een eerbiedigen brief, waarin hij schreef, dat hij middelen van bestaan had en voortaan in al zijn behoeften voorzien kon. Op dat oogenblik had hij nog drie francs over. Tante gaf grootvader geen kennis van deze weigering, uit vrees dat het hem nog meer vergrammen mocht.

En zich eensklaps oprichtende, bleek, bevend, vreeselijk, met een gefronst voorhoofd dat straalde van toorn, stak hij zijn armen naar Marius uit en schreeuwde hem toe: "Ga heen!" Marius verliet het huis. Den volgenden dag zei Gillenormand tot zijn dochter: "Zend dien bloeddrinker alle zes maanden zestig louisd'ors, en spreek mij nooit meer van hem."

Zijn gelaat droeg den stempel van volkomen tevredenheid, 't geen hem een bijzonder eerwaardig voorkomen verleende. Hij legde vier Louisd'ors op de tafel. "Neem dit voor de huur en de eerste behoeften, mijnheer Fabantou," sprak hij. "Vervolgens zullen wij zien." "God beloone 't u, mijn edele weldoener," zei Jondrette.

Den dag toen de geneesheer hem aankondigde, dat Marius buiten gevaar was, geraakte de goede man buiten zich zelven. Hij gaf zijn portier drie louisd'ors tot fooi. Des avonds in zijn kamer teruggekeerd danste hij een gavotte, en knipte met den duim en wijsvinger als met castagnetten, daarbij het liedje zingende: Jeanne est née