United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Acmonides, Akmonides, naam van een Cycloop. Acoetes, Akoites, zoon van een maeonisch visscher. Toen eens de matrozen van het schip waarop hij stuurman was, op Chius aan land gegaan waren, brachten zij aan boord een schoonen knaap, dien zij slapend gevonden hadden en als slaaf wilden wegvoeren.

Nu lichtte hij met de lantaarn in de schuur, en zag toen, dat over den heelen vloer slapend vee lag. Geen mensch was te zien. De dieren waren niet vastgebonden, maar lagen hier en daar in het stroo. Hij werd boos op die indringers, en begon te roepen en te schreeuwen om de slapende dieren te wekken, en ze naar buiten te jagen.

Zij zat weêr recht op, doch om haar mond bleef ontevredenheid, en nu en dan gleden haar oogen naar het slapend gezelschap. «Maria," riep ze opeens, «je kind valt." «!" schrok deze op, met een onwillekeurige beweging de handen om den kleinen slaper slaande. «Je kind ging vallen, Mujer!" herhaalde de meid loos lachend. «Animala," schoot de jonge vrouw uit, «wat een leelijke meid is dat."

Daarna, als zij weer tot zichzelf gekomen zijn, zeggen zij niet te weten, waar zij zich bevonden hebben, in of buiten het lichaam, wakend of slapend; wat zij gehoord, wat zij gezien, wat zij gezegd, wat zij gedaan hebben, zij herinneren het zich niet dan als in een nevel en droom; slechts dit weten zij, dat zij zich het gelukkigst gevoelden, zoolang zij zoo waanzinnig waren.

In de zee gevoelt zij zich steeds volkomen thuis; slapend, met onder de schouderveeren verborgen snavel, zoowel als wakend drijft of zwemt zij welgemoed op de golven, hetzij deze hoog gaan, of zich slechts weinig verheffen. Van 't water, evenals van 't land, vliegt zij vlug en zonder merkbare inspanning op.

Onder de zoo gevormde portieken verkoopen bescheiden kooplui meloenen, sandalen en couranten. Op een ronde steenen bank liggen, slapend of rookend, bedelaars, die onbeschrijfelijk vuil zijn en fier schijnen te wezen op hun lompen. Ze doen maar hazeslaapjes, want ze kijken uit naar elken vreemdeling, die op het plein verschijnt of aan den ingang van de Handelsstraat, die naar de kathedraal voert.

Een kok, met een buik van beteeknis, ordent pasteitjes, een ander klutst met een lepel. Het wordt donkerder. Scherp lijnen de zware omtrekken van 't Amstelhôtel in de sneeuw-zatte, triestige lucht. Hoog in 't gebouw zijn de vensters verlicht, gele vierkanten in 't donker der muren, lijkend als lichtende oogen van 't slapend gebouw.

Tegen den achterwand lag een oude saâmgevouwen matras, ineengerold als een slapend beest, en daarboven brandde een klein oliepitje, rossig en onzeker, onder de geelgeworden afbeelding eener Madonna, die vlak van voren voorgesteld, rechtop troonde in haar gothiek gewaad met stijve, gekrookte plooien.

"Hop, hop... in de rondte... vooruit maar... "Dien weg uit... omlaag by de poort... "Wat 'n vischlucht!... om 't even... vooruit maar! "Hop, hop weêr, en lustigjes... voort!" Daar zat een slapend meisje in 't gras... of 't Femke was? Daar naderde joelend de bruiloft, En huppelde om 't slapende kind. Haar bleekgoed rees op van de zoden, En danste op muziek van den wind.

De eersten verborgen slapend hunne langgesnavelde koppen onder de vleugelen en bewogen zich niet; de kraanvogels evenwel schrikten op, telkens wanneer zich een riemslag of het gezang van nog werkende schippers deed hooren, en zij tuurden in de ruimte, terwijl zij de slanke halzen angstig her- en derwaarts keerden.