United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


OSWALD. Moeder,... toen ik dat mooie, prachtige, frissche meisje daar voor mij zag staan ... vroeger had ik nooit zoo op haar gelet ... maar nu, toen zij daar als met open armen voor mij stond, bereid om mij er in op te nemen.... MEVR. ALVING. Oswald! OSWALD. ... toen werd het mij duidelijk dat er bij haar redding was; want ik zag dat in haar levensblijheid leeft.

Levensblijheid...? Kan die je redding zijn? OSWALD. En haal nog een glas. Daar staat mevrouws glas, mijnheer. OSWALD. Ja maar, haal er een voor jezelf, Regine. OSWALD. Nou? Als mevrouw er niet tegen heeft...? MEVR. ALVING. Ga een glas halen, Regine. Heb je op haar gang gelet? Zoo flink en elastisch. MEVR. ALVING. Dat gebeurt niet, Oswald! OSWALD. Het is een uitgemaakte zaak, dat zie je immers.

Daar waar het water in trage wielingen vloeit springen de zalmen op, krachtig als ze zijn; kikvorschen zitten glimmend op de leliebladen die voor anker liggen te kwaken, en boven hen, in den stroomenden zonneschijn, zoemen de myriaden insecten, die van pret niet zwijgen kunnen. Omhoog en omlaag trilt de natuur van echte levensblijheid.

Daar straks sprak je over levensblijheid; en toen ging er als het ware een nieuw licht op over alle dingen van mijn heele leven. Daar begrijp ik niets van. MEVR. ALVING. Je moest je vader gekend hebben, toen hij nog heel jong luitenant was. Hij was vol levensblijheid! OSWALD. Ja, dat weet ik. MEVR. ALVING. Het was als zondagsweer alleen maar om hem te zien.

MEVR. ALVING. Jawel, ik geloof haast dat ik het wel begrijp ... nu. OSWALD. Levensblijheid ... en dan het genot van werken. Ja, in den grond is dat wel hetzelfde. Maar daarvan weten ze hier ook niets. MEVR. ALVING. Dat kan wel waar zijn, vertel er eens wat meer van.

Meestal zonder geld op zak, woonde hij even buiten Rome.... bij Nomentum, of in het stadshuisje, dat Domitianus hem had geschonken, maar waar hij ver van de waterleiding was.... Zij hadden hem allen wel eens geld gegeven, geleend; hij kwam bij hen allen geregeld middagmalen maar hij had niets van een paraziet, o neen; hij vroeg hen allen weêrom in zijn huisje zijn gast te zijn, aan eenvoudige, gezellige maaltijden, met een goedkoop wijntje, maar bij kout, die schitterde van geest en vernuft; o neen, hij was te veel de Hispaniër gebleven, hij te Bilbilis geboren, om niet zoo gastvrij terug te zijn, als hij kon, mild met zijn enkele duiten, een ham voor zettende, die al een paar maal was voor gezet, en dat in eenvoudig aarden vaatwerk van Aretium, maar met zoo veel gratie en levensblijheid, dat zij er de kostbaarste banketten om hadden in den steek gelaten.

Daar helpt geen tegenstribbelen aan. OSWALD. Ga zitten, Regine. MEVR. ALVING. Ga maar zitten. MEVR. ALVING. Oswald, wat was dat wat je zei over levensblijheid? OSWALD. Ja, levensblijheid, moeder,... daar weten ze hier in ons land niet veel van. Ik heb er nooit iets van gemerkt. MEVR. ALVING. Ook niet als je bij mij bent? OSWALD. Niet als ik hier thuis ben. Maar dat begrijp je zoo niet.

Oud worden is het eenige middel, dat tot nu toe ontdekt is, om lang te leven, en daarom is het de moeite waard, soms na te gaan, hoe men zich traineeren kan, om gelukkig te zijn, al wordt men oud, om levenslustig, moedig en jong te blijvenGij allen, lezers, ik raad u met Boissevain mee te gaan op zijn reis, om van zijn gezonde levensblijheid te leeren.

En waar de bodem het dichtst bevolkt is, waar dorpen en woningen samendringen als om nergens een plaatsje ledig te laten, daar dringt ook sterker óp het gevoel van levensvolheid en levensblijheid. Toch leeft elk dorp zijn eigen leven, dat de dorpstoren uitstraalt.

Geen werk waaraan hij zich met zijn heele ziel kon wijden,... hij had alleen maar bezigheden. Geen enkelen kameraad die in staat was te voelen wat levensblijheid is;... alleen maar boemelaars en drinkebroers.... OSWALD. Moeder...! MEVR. ALVING. En zoo ging het dan zoo als het wel gaan moest. OSWALD. En hoe moest het dan gaan?