United States or North Macedonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Lyries entoesiasme en strijdbare ketterij, aestetiese religiositeit en Latijns rationalisme dat is de houding van de wereld der troubadours tegenover het Kristendom. Die zelfde lichte ontvlambaarheid en weerspannigheid vindt men overal in het maatschappelik verkeer terug.

Dat was iets anders dan dat gescharrel met die romans van Karel de Grote, waar de stof met zulk een piëteit en histories nauwkeurig behandeld moest worden, of een Latijns boek voor zich te hebben dat men volgen moest! En wonderbaarlik scheen die »Bretonse stof" met de poëtiese smaak dier tijden overeen te stemmen.

Gallen zat er reeds in de 10de eeuw een jong geestelike die als Latijnse stijloefening een der schoonste Duitse heldendichten dat van Walther en Hildegunde tot een Latijns epos in hexameters omwerkte met zinswendingen en vergelijkingen in de trant van Virgilius, zowel als geestelik-vrome uitbarstingen in de wild-barbaarse, heroiese poëzie van het gedicht ingeweven.

Vooral Virgilius was reeds van de laatste jaren der oudheid het Latijns leesboek bij uitnemendheid voor alle scholen geweest, elke regel van de Aeneis werd literair en uit een grammaties oogpunt verklaard; op het toneel en in natuurschilderingen en geweven behangsels werden Dido en Aeneas roerend afgebeeld en wat de Sofisten begonnen hadden, zetten de middeleeuwse geesteliken voort: het gedicht werd allegories opgevat en geïnterpreteerd.

De betrekking tussen Aeneas en Lavinia, bij Virgilius vluchtig aangeduid, maar misschien meer uitgewerkt in een niet overgeleverd later Latijns gedicht, wordt in de roman aangegrepen als een welkome aanleiding om daar weer een andere lang uitgesponnen liefdesgeschiedenis aan vast te knopen, waarin het onschuldige verliefdheidje van de jonge koningsdochter een schone tegenstelling vormt met de hete, ervaren passie van de vorstelike weduwe.

Daar woonde een andere bekeerde Jood, Petrus Alphonsus, die ongeveer in het jaar 1100 een reeks, grotendeels aan 't Arabies ontleende anekdoten en zedelike vertellingen in één Latijns boek bijeen bracht, dat hij »Disciplina Clericalis" noemde: het handelt over een vader die zijn zoon levensregelen geeft welke hij met talrijke geschiedenissen illustreert.

En een bizondere band schijnt ook die Westerse kerk met de Oosterse gehad te hebben; het kristendom der Ierse monniken draagt in vele opzichten meer een Oosters dan een Latijns karakter. Toen Geoffrey de Britten van Brutus liet afstammen en van de Romeinen, was dat nog niet zo helemaal zonder enige reden.

Een van hun twistpunten, n.l. welke van haar aanbidders een vrouw het meeste heeft begunstigd: hem die zij een blik heeft toegeworpen, een ander die zij op de voet heeft getrapt of een derde wie zij haar hand heeft gegeven, is reeds in een Griekse roman gevonden, en de verhandeling van een Latijns rhetor, evenals een passage in het 6de hoofdstuk der Spreuken van Salomo door een foutieve lezing ook een bijdrage heeft geleverd.

Op dezelfde manier had in diezelfde eeuw een Franse monnik de heldendichten uit de cyclus van Karel de Grote tot een Latijns gedicht in een hoogdravende, duistere retoriese stijl omgewerkt.

De kleine, smalle ogen worden meer naar de uitdrukking dan naar de kleur beoordeeld; die moeten stralen als sterren, ze moeten lachend zijn, zacht, vol liefde en lust, een Latijns dichter van de 12de eeuw spreekt van de ogen als: ridentes, blandientes, innuentes, laquentes, offerentes, expetentes, attrahentes, capientes.