United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar van Keltiese sagen en gedichten stammen zonder twijfel de boze dwergen, de schone heksen, de wilde reuzen, »de gevaarlike heide" en »het avontuurlike bos". Zelfs blijken dikwels hele Keltiese mythen achter de handeling dier Bretonse romans te staan.

In het begin vergenoegde men er zich mede in kleine berijmde vertellingen de stof neer te leggen die men in de liederen der Bretonse en Britse speellieden getroffen had of door de »fableors" had horen vertellen.

De »Bretonse" melodieën waren al heel vroeg wijd en zijd bekend geworden en tegelijk daarmeê werden zeker ook veel van die volksliederen die er bij gezongen werden, door talenkundige speellieden in 't Engels en Frans overgebracht en in elk geval werden de sagen welke die liederen behandelden wel in diezelfde kringen in proza naverteld.

En hij heeft er plezier in alle voorbeelden op te noemen van de trouweloosheid en veranderlikheid van de vrouw en tekent een beeld van haar dat heel wat verschilt van dat der troubadours. Maar toch zijn Chrestien's romans er op uit om in de Bretonse sagestof het idealisme van de liefde en de riddereer te leggen die hij aan de adel verkondigt.

De werkelikheid is in die Bretonse romans nog maar heel vaag aangegeven en veel feitelike aanduidingen over de reis krijgen wij ook niet; evenmin als in de Keltiese sagen worden er bepaalde plaatsen genoemd, de reis gaat in »la blanche lande", door »la forêt aventureuse", voorbij »l'orgueillus castel fort", en gewoonlik zijn er nog zelfs geen herbergen, waar men overnachten kan, maar klopt men bij de een of andere arme »vavasseur" aan, of slaapt in een vervallen »tour des merveilles."

Wij worden altans sterk aan de Bretonse romans herinnerd, wanneer het leger over »le tertre avantureux" trekt, waar de dapperen lafaards worden, en de laffen moedig, of door een betoverd dal waar niemand zijn weg door en uit kan vinden, totdat ze eindelik na allerlei toverkunsten, door een duivel geholpen worden, die Alexander onder een steen vandaan haalt, waar hij gevangen zit.

Ridder Key, de drossaart van Arthur, die in de Bretonse romans altijd uitgelachen wordt, verdedigt Wolfram omdat hij zo goed de etikette in acht doet nemen; het hof van de Thüringse landgraaf zou zulk een ceremoniemeester uitstekend kunnen gebruiken.

Maar, hoe dit nu ook zij, een feit is het dat de Graalromans een legendaries-mysties en een asketies-moreel element in de ridderromantiek brachten en tussen de Bretonse romans in, waarmede ze veel van de ridderlikheid en het sosiale en het fantastiese element gemeen hebben, zowel als de drang naar avonturen langs de grote weg, waren de Graalromans bizonder in trek en werden ze met een spesiale eerbied ontvangen.

Marie was literair ontwikkeld, zij vertaalde fabelen uit het Engels en legenden uit het Latijn en zoals zij in de proloog voor haar lais vertelt, had zij er eerst over gedacht een goed geschiedwerk uit het Latijn te vertalen, maar daar er nu zovelen juist met dergelijke dingen bezig waren, had zij liever willen vertellen wat zij van Bretonse verhalen gehoord of gelezen had.

Er was niets van het »Erdgeruch" der verhalen van Karel de Grote over de Bretonse romans, het waren niets dan vluchtige, fladderende luchtspiegelingen. Al heel gauw kwam het er eigelik maar op aan elkaar in verrassende en de nieuwsgierigheid prikkelende »Aventures" te overtreffen. Alle mogelike bizarreriën hoopt men op elkaar.