United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voorheen pronkte ik het liefst met dit gedicht, dat geene vrouw, maar Eros zelf schijnt te hebben vervaardigd: "Wel hem! die aan uw zij, uw teedre stem mag hooren; Wiens blik den lach verrast, die kleurt op lip en koon; Hij is door 't godendom ten lievling uitverkoren, Hij evenaart de goôn.

De twee lijvige, paarse pompoenkoonen werden dus het eerst gezien. Eigenlijk was het hoofd alléén paarse koon, met een neusbobbertje er in, met krentenstipjes er boven en een vleezige mondgleuf er onder. Wies Mies zei Wiesje. Zij hield meer van Wies, Wies had groene tandjes.

Zij deed als een, die iets op ’t hart voelt branden Toen sloot zij mij de lippen met de handen, En ... bloosde de avondzon heur bleeke koon? Zooals de zon den dauwdrup, als de roze De bij, en ’t wijde wak der zee de beken Duldt aan het warme hart, het bodemlooze, Waarin zij, wat hen lijden deed, ontweken;

Het was warm. Ja, het was vreeselijk warm. Trien had een kleur als van geroosterd brood. Een grasspriet tikkelde aan tegen haar neus, een vlieg mafte rustig op haar koon. Ze sliep als een dikke blom in het gras. Het was warm. De zon gloeide neer op den landweg. Dikke logge vliegen bromden tusschen de halmen.

De welbron van het bloed Staat stil in 't vloeien, met den levensslag der aâren. Nu staat zy, sprakeloos, den krijgsheld aan te staren. Zy snikt, bedaauwt de bleeke koon Met tranen, en barst los: "Onzaligste op deze aarde! Dit dan, dit was het, ja, hetgeen mijn ziel bezwaarde! Waarom ik slapeloos, en mijmrende, en verplet, Mijn bleeke lippen drukte in 't eenzaam huwlijksbed!