United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik moet spreken! zeide hij; Koelloeka! neem den sluijer dien gij daar bij mijne wapenrusting zult vinden, breng dien zoodra gij kunt aan Iravati, en zeg haar dat ik haar nooit zoo lief had gedurende mijn leven dan op het oogenblik dat ik den dood nabij weet. Ga terstond en wacht niet tot ik gestorven ben. Laat mij sterven met het bewustzijn, dat zij het teeken uit uwe handen ontvangt!

De vroege morgen van den volgenden dag vond onze reizigers na een frisch bad en een hartig ontbijt weer tot het voortzeiten van hun togt gereed; en terwijl nu de paarden werden opgezadeld, nam Gaurapada voor eenige oogenblikken Siddha ter zijde, en sprak, ditmaal buiten gehoor van Koelloeka: Heilige kluizenaars, mijn jonge vriend! zijn gewoon, de jongeren die hen komen bezoeken, niet zonder eenige leering, 't zij dan verstandige of niet, te laten vertrekken.

Wat? riep Selim uit, Koelloeka! Welk onvergeeflijk waagstuk! In 't minst niet, hernam de ander bedaard; het was juist de allerveiligste weg.

Helaas, Sire! antwoordde Koelloeka mistroostig, wenschte dat ik het kon; of ook de min gunstige voor Uwe Majesteit te mogen verbergen, zooals ik 't nog voor anderen doe. Maar het vertrouwen door Haar in mij gesteld, alsook het welbegrepen belang van mijn land zelf, noopt mij, niet te verzwijgen wat ik weet. Ik begrijp het al, zei Akbar, zeker weer de oude geschiedenis!

Eer Koelloeka of Siddha kon antwoorden, werd hunne opmerkzaamheid getrokken door een dof gebrul, dat zich in de onmiddelijke nabijheid hooren deed; en een oogenblik later trad van achter de woning met langzame en statige schreden een geweldige tijger te voorschijn, en naderde, met den zwaren staart zijne flanken slaande, de drie mannen.

Doch weldra kwam ander nieuws dat wel geschikt bleek om op gansch andere wijze haar gemoed te schokken, zoo droevig door 't geen zij omtrent haren Siddha vernomen had, reeds gestemd. Niet lang nadat de tijding van Salhana's dood haar geworden was, kwam Koelloeka, de Brahmaan, zich bij haar aanmelden. Alleen zijn ééne getrouwe dienaar had op een gevaarvollen togt uit het Noorden hem vergezeld.

Met eerbiedigen groet verliet Koelloeka het vertrek en met welgevallen zag Akbar hem na, hem, een man zoo ver van hem verwijderd én in stand én in rang, én door uitwendige godsdienst en nationaliteit, maar toch opregt aan hem verbonden door achting en vriendschap, en dengene onwankelbaar trouw, wien hij eenmaal zijn woord had verpand.

Waarheen? Wel! naar Fattipoer Sikri natuurlijk, de buitenresidentie van den Keizer. Daarheen zou alweer een ieder u voeren, die u voor 't eerst een togtje in de omstreken liet doen. Ik geef mij geheel over aan uwe vriendelijke leiding, hernam Siddha, veroorloof mij echter u een enkel oogenblik alleen te laten. Koelloeka vertrekt straks en ik wil hem dus even vaarwel zeggen.

De glimlach, die bij deze woorden om den mond van Koelloeka speelde, maakte Siddha's nieuwsgierigheid natuurlijk nog meer gaande; maar juist toen hij nadere uitlegging wilde vragen was de straks aangeduide wending bereikt, en breidde zich een ander gedeelte der vallei, nog even verlicht door den zonneschijn, met zijn weelderigen plantengroei en zijne frissche stroomen en beeken voor 't bewonderend oog der reizigers uit.

't Ging nog al, merkte Koelloeka goelijk aan, maar al heeft dan een Feizi in den aanvang zoo goed als ieder ander moeite gehad met het leeren der taal, hij heeft wél doen vergeten dat ze oorspronkelijk hem niet eigen was, door zijne vertaling van onze Kaçmirsche kronijk en voorzeker niet minder door zijne treflijke navolging van Nala en Damayanti.