United States or Albania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het woord raspaille zal wel hetzelfde zijn als respeel, door KILIAAN opgegeven in den zin van deugniet, fielt, boef, guit, schelm, schurk. NICOLAAS DESPARS, van Brugge, gewaagt in zijne kroniek van «eeneghe quade ende rouckelooze raspaylgiënZoodat het Raspaillenwoud eene schuilplaats zal geweest zijn voor al het janhagel uit Brabant, Henegouw en Vlaanderen.

Ostagier, Stagier beteekent een gijzelaar; vandaar: op Ostagiers geven, handelen, nemen, d. i. gijzelaars ten onderpand geven of ontvangen. Zie Kiliaan. Over dit merkwaardig beleg vergelijke men den Tegenw. Staat van Stad en Lande, I. 518; Wins. fol. 817, enz. Bl. 216. Ao 1620. Die heerlyke begraafplaats.

In dezen tijd was voornamelijk ook eene soort van geschut in gebruik, genaamd Gotelingen, van 18, 8, 6, 4, 3 en 2-1/2 pond, benevens metalen Kartouwen, Colverijns, Veldslangen, Sakers, Dranken, Mignions en anderen; die vooral op de schepen gebezigd werden. De Jonge, Gesch. van het Zeewezen, I. 402. Verg. Kiliaan op 't woord. Bl. 208. Ao 1594. En op Ostagiers handelende.

XV 52, en 1 Thess. IV 16 voor salpinx, bazuine; thuthaurn, zegt hij, bij Kiliaan tuythoorn. Met mijn krullen in de krulle van; Krullen omdat eene vocaal volgt; Krulle, omdat een consonant volgt. Zie de algemeene aanmerkingen boven. Smeerde men al maar deur, dit men, mij, versterkt de uitdrukking; zoo ook jen als de 3de persoon optreedt.

Waarschijnlik was de geslachtsnaam Teyler, in de vorige eeu te Haarlem voorkomende, wel eene halve verdietsching van Taylor. De geslachtsnamen De Naeyer, De Nayer, De Naeyere, Den Naeyer, enz. die meest in de vlaamsche gewesten inheemsch zijn, beteekenen ook kleêrmaker. Men vergelyke ook den geslachtsnaam Neyrinckx, op bl. 76 besproken. Kiliaan heeft nog »naeyer == sartor."

Een Kastelein was ambtman over een regtsgebied; oorspronkelijk kasteelman, praefectus arcis; Borchgreve, burggraaf, slotvoogd, enz. Verg. den Teuthonista van G. v. d. Schueren en Kiliaan. Bl. 85. Ao 1230. In den jaare 1230.

In Holland noemt men dit herfst-gerecht hutspot. Kiliaan heeft »Pot-harst, Sax. Fris. Sicamb. j. hutspot. Caro iussulenta." »Schelharst" is de naam van een ander stuk vleesch. Ook dit woord komt als geslachtsnaam voor, maar dan in verbasterden form, door de vage uitspraak der r, byzonder der ar, by de saksische Nederlanders. Te weten als Schelhaas.

De Angel-Saksen en de hedendaagsche Engelschen, zoo na aan de Friesen verwant, hadden en hebben deze zelfde uitspraak. De friesche plaatsnaam Jorwert en de engelsche plaatsnaam York moeten dus eigenlik in goed-nederlandsch geschreven worden Everwert en Everwijk. Werkelik schreven dan ook de oude Nederlanders aldus; Kiliaan b. v. heeft: »Eberwijck of Jork."

Dievel is de oud-vlaamsche form van het woord duivel; Kiliaan vermeldt het nog in dezen form. Ook de friesche taal heeft in overeenkomst met het engelsche woord devil, divel voor duivel. Den Dievel is, als geslachtsnaam, in Vlaanderen inheemsch, en aldaar reeds van oude dagteekening.

Kiliaan verklaart Hans als Socius, Collega, dus Hans-steden voor Sociae et liberae civitates, enz. Du Cange, in zijn Glossarium, geeft nog andere afleidingen, strijdig met die van Bilderdyk, als ook de Teuthonista van van der Schueren. Zie Wagenaar, Vad. Hist. III. 500, en Aanmerkingen daarop bl. 96, waar men het woord liefst door Broederschap wil verklaren. Bild. Gesch. der Vad. Bl. 103.