United States or Haiti ? Vote for the TOP Country of the Week !


En geen spruit ook voorzeker van verbasterden stam, geen dochter van een lager ras, die zooveel bevalligheid aan zooveel eenvoud tevens had weten te paren als deze. Niet in verrukking intusschen als menigmaal anders aanschouwden ditmaal die smachtende oogen het heerlijk natuurtooneel daar omlaag.

Lieven, waarvan Lievense, is de oud-nederlandsche afkorting van den vollen oud-germaanschen naam Liefwin, die, als geslachtsnaam, ook in den verbasterden form van Liwijn voorkomt; zie ook bl. 82. Vooral in Zeeland zijn de nieue patronymika op se eindigende, als geslachtsnamen inheemsch.

De mansnamen die aan de overige hier genoemde patronymika ten grondslag liggen, hebben grootendeels ook nog aan andere hedendaagsche geslachtsnamen het aanzijn gegeven. In den verbasterden form Greult is deze naam onder de Friesen nog als mansvóórnaam in volle gebruik. Van Wigmar, als Wiemer by de Friesen nog in dageliksch gebruik, behalve Wyemars en Wiemers nog Wiemerink.

Dit latynsche woord is in de germaansche talen overgegaan; b. v. in het Oud-Engelsch als sooter en in het Oud-Duitsch als suter. Men zeide ook schuh-suter; het hedendaagsch hoogduitsche woord schuster is daar van eene samentrekking. De oude Nederlanders, vooral in de vlaamsche gewesten, verbasterden het latynsche sutor eveneens tot suter, en zetten er dan ook wel hun woord schoe, schoen, nog voor.

Behoef ik te verzekeren, dat ik noch het eene, noch het andere bedoelde? dat ik slechts wilde afschaduwen, hoe de verloochening van zelfgevoel, waarvan wij in Rivers eene proeve zagen, maar de eerste stap is tot nog zwaarder ontberingen Vreese tenzij de natuur zich door uitspattingen wreke, als in den verbasterden de Braeuw.

Door deze omstandigheid is het voorkomen van dezen geslachtsnaam onder ons te verklaren. De maagschapsnaam Beeuwzier is oorspronkelik een engelsche plaatsnaam, maar in verdietschten en dan nog verbasterden, misspelden form.

In Friesland maken de namen die op den verbasterden form enga uitgaan, in getal wel de helft uit van de namen die op den oorspronkeliken form inga eindigen. Een ander verschil dan in spelling bestaat er overigens niet tusschen deze twee namengroepen.

Swagerman zoude ook kunnen beteekenen: een man van de Swaag, een inwoner van een der dorpen die de Zwaag heeten. Zie bl. 269 en 270. Ook Van Wees en Van der Wees, namen die van eenen byzonderen of algemeen-aardrijkskundigen naam Wees schynen afkomstig te zijn, maar die my onduidelik blyven. Verder De Moerloose en, in eenigszins verbasterden form De Morloose, dat is: de moederlooze.

Zoo vind ik ook in 1649 iemand die den geslachtsnaam Van Schevinckhoven voert; zeer waarschijnlik is dit de zelfde geslachtsnaam die tegenwoordig als Van Schevichaven voorkomt. Noorderhaven komt, als weêrga van Norbruis uit Norberhuis, ook in samengetrokkenen en verbasterden form als Noordraven voor.

Hier mogen aleen sommigen van die geslachtsnamen vermeld worden, welke slechts bestaan uit de namen van Kerk-heiligen, in weinig verbasterden of onverbasterden form, en dat wel van zulke namen, die tegenwoordig weinig als mansvóórnamen by het nederlandsche volk in gebruik zijn. B. v.