United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dat is 't net niet," antwoordde de landman; "ofschoon het er dan naer is ook: jae kaik, als je ander slag van biesten hebben wou, die kon je krijgen te kust en te keur: en veur weinig geld ook; maer, in dat geval, wil ik ereis zeggen, 't is maer omdat je op 't soort bent 'esteld, van niet as lakenveldsche te willen hebben: en dan had je reis motten zien, hoe weinig er van te krijgen zijn.

En mijnheer staat op en volgt hem naar het hok daar zij zich bevinden. "Kaik hier; der zijn der drie; twee kuitjes en ien bulletje; dat iene kuitje is van daag 'ekomme. Leelijk haar, niet waar meheer!" "Hij is al heel zwart." "Hielkendal, meheer! Maar weetje wat ik zeg? Je mot gien beest om zen haar verachten; ik denk dat 'et niet past, en dat je der gien zegen op hebbe kenne, zel ik mær zeggen.

Ieder kaiktsji hanteert zijn kleinen kaik met twee roeiriemen, en zoo glijdt het lichte vaartuig snel en behendig over de wateren heen, even als eene zwaluw door de lucht. In de grootere en breedere kaiks zitten ook wel eens twee roeiers naast elkander op ééne bank; zelfs zijn de grootste booten bemand met acht, ja somwijlen wel met twintig kaiktsjis.

"Hou je ellebogen vóór je, Gerritje; ik waarskou je, hoor!" "Pas op, Pietje! of je holsblok gaat de bakkerij in." "Kaik; ie doet den oven open; is 't men een vuurtje?" "Wat doet die dikke nou weer? Hij doet meel an zen knuisten!" "Wel nou, mot 'et deeg dan an zen vingers blaiven hangen? Jij bent ook een mooie...." "Wacht 'en beetje! da's een kokkerd, die kost wel 'en daalder, hoor!" "Hoor je hem?

"Mevrouw dolt er altijd mee," zeide Roggeveld, grinnikende en het hoofd schuddende: "eens zoo duur! nou kaik! in dat geval! twaalfhonderd gulden de tien! 't is twintig gulden meer per stut dan in 't leste jaer, dat 's waer; maer in dat geval, wil ik ereis zeggen, het binnen er ook biestjes naer.

Bij deze gelegenheid verschijnt de beheerscher der geloovigen, anders meest in zijn serail opgesloten, in het openbaar om zich aan het volk te vertoonen. Men kan zich niets prachtigers voorstellen dan deze keizerlijke kaik, welke tachtig voet lang is, en op wier voorste spits eene vergulde meeuw hare vleugelen uitbreidt.

Een slager met een mand, brutale bonk, liep met een schreeuw van "hai! kaik uit!" pal tegen Annie aan.

De zwarte bekleeding der tenten heeft voor deze gelegenheid plaats gemaakt voor de rijkste en schitterendste draperiën van allerlei kleur. Hier ziet men een venetiaansche gondel uit de vijftiende of zestiende eeuw, daar een turkschen kaïk of een chineesche jonk, ginds ballotines en malgherottes of vier- en zes-riems-barken.

"Ach je slaapt!... Je gaf me duizend gulden... Hier heb je de drie cent terug die ik over heb." "Nou maar ik wil het beest hier niet hebben." "Die is ook goed! Daar komt een agent an... Ik kan het toch niet buiten laten staan." "Kaik dat beest 's sweite! Is dat 'n dier doodrijen" , zei een van de meiden van de waschvrouw. "Bemoei je d'r niet mee," zei Lou, "anders krijg je de wasch niet meer."

Achter dit gevolg komt de bijzondere kaik van den sultan, waarin hij plaats neemt als hij naar zijn paleis teruggekeert, wijl de wet voorschrijft dat hij zijn terugtocht niet in dezelfde boot mag houden. Bij die gelegenheid is de Groote Heer zeer gemakkelijk van alle andere personen te onderscheiden, en wel aan eenen soort van rooden parasol, welk teeken van waardigheid hij alleen mag dragen.