United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen de afgunstigheid de zonen Jakobs, zonder te verschoonen, Zwaard en water overgaf; Toen het moederlijke herte Jochebeds zag, met veel smerte, Mozes wieg aan voor zijn graf; Toen de moeder heurs zoons leven Moest de baren overgeven, Als zij had heur kind gekust; Toen de moederlijke zorgen Lagen, met heur kind, geborgen In het kistjen ongerust.

Zeven jaren later deed Heer Johan er weder afstand van, tegen een bepaalde som. Het moet hier echter aan een of andere voldoening van 's Hertogs wege gehaperd hebben; want Meralda Steck van Beecke, Johans erfdochter, gehuwd met Heer Goossen van Rossem, deed zich na heurs vaders dood met de Heerlijkheid beleenen, schoon zy overigens evenmin in 't bezit getreden schijnt te zijn, als Willems Johan.

De arme vrouw deed heur best lieftallig te zijn; zij gaf hem al de zoete namen, die de minnezieken geven aan de verkorene heurs herten: Philippus bekeek de toppen zijner vingeren. Soms antwoordde hij: Zult gij nooit kinderen hebben? Op die rede boog Maria het hoofd. Is het mijne schuld, sprak zij, zoo ik onvruchtbaar ben? Heb medelijden met mij: ik leef als eene weduwe.

Vroolijk van zin en vurig van aard, verheelde zij niemand hare neiging tot den gelukkige, wien zij, op heur aanbiddelijk erf, het hemelsch privilege van liefde schonk. De uitverkorene heurs herten was een schoon en fier ridder. Elken dag op vast uur, ging zij tot hem, hetgeen Philippus wist. Hij zette zich op eene bank tegenover een venster en wachtte.

De jongste dochter van den Burchtgraaf, die vóor Herman van Woerden Montfoort bezeten had, was nog in leven, en de waardigheid heurs overledenen vaders onvervuld.

Maar voor haren dood had zy het geluk, hun eenig kind en erfdochter op achttienjarigen leeftijd door het huwelijk verbonden te zien aan een edelen jongeling van gelijken ouderdom, van Vorstelijken Huize, en sinds zijn elfde jaar aan het Keizerlijk hof te Brussel opgevoed: in 1551 huwde Willem van Nassau-Dillenburg, Prins van Oranje, Baron van Breda en Diest, met Anna van Egmond van IJsselsteyn, Erfdochter van Buren en Leerdam en der overige uitgestrekte goederen heurs vaders.

Die namen zwemen niet voor de almacht van den tijd, Maar zijn de leuzen nog, alom, in elken strijd, Die straks een tweeden baart ter teling van een ander. Zoo drijven op ons strand de golven ook elkander, En elke, daar ze een spoor heurs aanzijns achterlaat, Versterkt aldus de macht van die te volgen staat. Verblinden! VAN HALMAEL, Ats Bonninga, 4.