United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijne weduwe, Françoise, Heer Hugoos Erfdochter van Lannoy, overleefde hem nog lang: zy stierf in 1562.

Zeven jaren later deed Heer Johan er weder afstand van, tegen een bepaalde som. Het moet hier echter aan een of andere voldoening van 's Hertogs wege gehaperd hebben; want Meralda Steck van Beecke, Johans erfdochter, gehuwd met Heer Goossen van Rossem, deed zich na heurs vaders dood met de Heerlijkheid beleenen, schoon zy overigens evenmin in 't bezit getreden schijnt te zijn, als Willems Johan.

"Kon men u miskennen, na u eenmaal gezien te hebben?" zeide Arkel, den hoffelijken toon hernemende: "wel is waar; ik wilde in den aanvang mijn oogen niet gelooven; want ik kon niet beseffen, hoe de schoone erfdochter van Dekama in boerengewaad op den gemeenen weg zou liggen."

Hij kon zich echter over dit antwoord niet beklagen; want hij zag, dat het geene loutere uitvlucht was: daar zij verscheidene andere edele Friezen, die de rijke erfdochter der edele Dekama's ten huwelijk waren komen vragen, ronduit had afgeslagen, en hem herhaaldelijk verzekerde dat zij bereid was, de hoop eenmaal te verwezenlijken, door zijn moeder gevoed.

Rebekka had nu een nog verschrikkelijker lot te duchten dan Rowena; want welke waarschijnlijkheid was er, dat men zachtheid of toegevendheid ten opzichte eener vrouw van haren onderdrukten stam zou gebruiken, hoewel men den schijn daarvan ook nog tegenover een Saksische erfdochter bewaarde?

Wij willen uwe wenschen niettemin aan onze lastgevers overbrengen." "Wat de erfdochter van Dekama betreft," vervolgde de Graaf, alsof hij op de woorden van Aylva geen acht had geslagen, "wij zullen haar in het Rijnsburger klooster een veilige verblijfplaats verschaffen, tot wij een echtgenoot, harer waardig, gevonden hebben. Onze bevelen zijn daaromtrent gegeven. Gij kunt zonder haar vertrekken."

"Hij is een Tempelier," zei De Bracy, "en kan mij dus niet in den weg staan in mijn plan om deze erfdochter te trouwen; en iets oneerbaars met de aanstaande bruid van De Bracy te beproeven, bij den hemel! al was een geheel kapittel van zijn orde in zijn persoon vereenigd, zou hij mij zulk eene beleediging toch niet durven aandoen!"

Maar voor haren dood had zy het geluk, hun eenig kind en erfdochter op achttienjarigen leeftijd door het huwelijk verbonden te zien aan een edelen jongeling van gelijken ouderdom, van Vorstelijken Huize, en sinds zijn elfde jaar aan het Keizerlijk hof te Brussel opgevoed: in 1551 huwde Willem van Nassau-Dillenburg, Prins van Oranje, Baron van Breda en Diest, met Anna van Egmond van IJsselsteyn, Erfdochter van Buren en Leerdam en der overige uitgestrekte goederen heurs vaders.

"Deze is ongetwijfeld de erfdochter van Dekama," zeide hij, met een vriendelijken blik tot den Olderman: "voorwaar! wie haar aanziet, kan gemakkelijk besluiten, dat zij niet langer onder uwe voogdij zal behoeven te blijven, dan zij zelve verkiezen zal. God zegene u, mijn dochter!"

"Wie is die Jonkvrouw Rowena," vroeg Prins Jan, "van wie wij zooveel gehoord hebben?" "Een Saksische erfdochter, met groote bezittingen," hernam Prior Aymer; "eene roos in beminnelijkheid, en een juweel in rijkdom, de schoonste onder duizenden, kostbaar als de kostbaarste reukwerken van het Oosten."