United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het land rook van een nieuwe ziel, de jonge Lente stond gereed in de boomen! Alles had knop en bot, het Leven jubelde over den Dood. 't Was de Verrijzenis, de levengevende Verrijzenis! En toen, smeltend van ontroering, kuste Pallieter den grond. Het weer was terug slecht geworden, heelder dagen mot-en plasregens, grijs, triestig en gesloten.

Ze droegen hem elk bij een oor. Zij gingen langs het koren. Hier stond het nog volop geel te rijpen, voorover gebogen van de zware aren, en van onder bedrest met blauw en rood; dáár waren ze het dan weer aan 't afpikken, een ploeg mannen met luidruchtige bindsters, of een ventje alleen. Heelder plekken waren hier en daar reeds afgedaan, en stonden thans vol schoongereide schoven.

Marieke gaf maar heelder stukken vleesch aan Loebas en meneer Pastoor zei: "Drinken is ook eten". Deze voelde zich beschermd door zijne soetaan, en dronk maar den ouden zwarten wijn. Charlot kon bijna niet meer. "Ik hem nog kans het staaltje te trekken!" zei ze. Dan wierd er eerst fijn gelachen, en men zong al van: "Charlot is van de brug het water in gevalle!"

Hij wist dat er een nieuwe Paus gekozen was, dat er te Leuven en in de buurt van Mechelen gevochten werd, stortte zijn penning voor "Het Kind van den Soldaat" zorgde voor zijn vogels en luisterde naar hun gefrazel, vreesde niet voor Antwerpen en sliep weer ongestoord en rustig. Hij begreep niet waarom Madame haar zenuwen zoo overstuur bleven en zij heelder nachten wakker lag.

Fijn vogelengefluit regende nu uit de onzichtbare boomen, en de nieuwgemaakte bloemreuken dreven met heelder kladden door den mist. En ginder over de Nethe was de groote, tomatroode zon als een lustige verrassing uit al die witheid opengebloeid. Pallieter was er van aangedaan en riep: "'t Weurdt fiest vandaag! 't weurdt fiest vandaag!" En hij dreste duizend druppels in de lucht.

Wie dierf er de fluweelen violen tellen, die donkerpurpel, of met een wit en geel kaboutermannekesgezicht, heelder perken vulden? Rond het molenheuveltje prikten de gouden zonnewielen tranen in de oogen, en uit een dikken band van bloeiende geraniums spoot het fonteintje, stralend als een zweerd, zijn peerlenpluim uiteen.

Sneeuw, witte reine sneeuw, die het bar gezicht des winters verheugdigt, die alles wit maakt, en heel de zwarte aarde verjongt. Neen, hij kwam niet, de sneeuw. Heelder dagen voeren dunne wolken door de lucht, voortgezweept door scherpen Noorderwind, die de rappe Nethe, de overstroomde beemden en de grachtjes had dichtgevrozen met ijs van vijf vingeren dik. Dat was een wellust!

De zon was zoo hevig, dat ze door de dichtste boomen heelder bundels pijlen schoot en de bladeren bijna doorzichtbaar maakte. Maar daar kwam, van tusschen zilveren olmenstruiken, iets roods, bloedroods in Pallieters oogen pikken. Hij sprong over het grachtje, kroop door het gewas, en daar stond hij voor een overgrooten bunder papavers.