United States or Singapore ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij werden op elkander geworpen, en ik weet niet hoe dit wel zou geëindigd zijn als de Amerikaan, die altijd nog woedend op het beest was, het eindelijk niet in het hart had getroffen. Ik hoorde de tanden langs de ijzeren platen der sloep knarsen, en de dugong verdween met den harpoen in het lichaam.

Ned Land ging met zijn harpoen in de hand op de voorplecht der sloep staan. Gewoonlijk is zulk een harpoen bevestigd aan een lang touw, dat snel afgewonden wordt als het gewonde dier met een harpoen in het lichaam vlucht. Maar thans was die lijn niet langer dan tien vadem, doch aan het einde zat een klein vaatje vast, dat drijvende de plaats moest aanwijzen, waar de dugong zich onder water bevond.

De dugong was bijzonder groot, want hij was niet minder dan zeven meter lang. Hij bewoog zich niet en scheen op het water te slapen, een omstandigheid, die de vangst veel gemakkelijker maakte. De sloep naderde voorzichtig tot op drie vadem; de riemen bleven stil liggen; ik stond half op; Ned Land drilde een weinig achterover gebogen, zijn harpoen met geoefende hand.

"O, mijnheer!" riep hij met een stem, die van aandoening beefde, "zoo iets heb ik nog nooit gedood!" Zijn geheele ziel lag in dit woord, Op dat oogenblik kwam kapitein Nemo op het plat. Hij zag den dugong, begreep de houding van den Amerikaan, en vroeg hem: "Als ge een harpoen hadt, meester Land, zou die u dan niet in de hand branden?" "Zeker, mijnheer."

De matrozen begonnen weer te roeien, en de stuurman richtte de boot naar het drijvende vaatje. Toen dit was opgevischt, begonnen wij het dier weer te vervolgen. Dit kwam van tijd tot tijd boven om adem te halen. De wond had het niet verzwakt, want het zwom bijzonder snel. De sloep, door krachtige armen geroeid, vloog den dugong achterna.

"En in de Roode Zee," hernam Ned, "hebt u ons verlof gegeven om een dugong te verdelgen." "Toen had ik behoefte aan versch vleesch voor mijn manschappen, maar hier zou het alléen zijn om het genot te hebben van te moorden; ik weet wel dat dit een voorrecht van den mensch is, maar ik houd niet van dat moorddadig vermaak.

"Gaat gij niet mee, kapitein?" vroeg ik. "Neen, mijnheer, maar ik wensch u goede vangst." De sloep stak af en door zes riemen voortgestuwd, naderde Zij snel den dugong, die op dat oogenblik ongeveer twee kilometer van den Nautilus af was. Op eenige kabellengten van het dier gekomen, roeiden wij langzamer, en de riemen werden zoo stil mogelijk door het kalme water bewogen.

Ik was opgestaan en bekeek onzen vijand nauwkeurig. Deze dugong geleek veel op een zeekoe, het lange lichaam eindigde in een zeer langen staart, en de zijvinnen hadden wezenlijke vingers aan de toppen. Het onderscheid tusschen dit dier en de zeekoe bestond daarin, dat het in de bovenkaak twee lange en puntige tanden had, welke aan elke zijde een naar buiten staand verdedigingswapen vormden.

Denzelfden dag diende de hofmeester mij aan het diner eenige plakken van het vleesch van den dugong voor, dat door den kok zeer lekker was gereed gemaakt. Ik vond het uitmuntend en beter dan kalfs- zelfs rundvleesch.

Maar weldra kwam het vaatje weer boven, en weinige oogenblikken daarna verscheen het lichaam van het dier, doch op den rug gekeerd. De boot roeide er heen, nam den dugong op sleeptouw, en keerde naar den Nautilus terug.