United States or Haiti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar Dagaklar, de zwanenkoning, heeft over dien dwerg hooren spreken, die met de wilde ganzen reist, en die overal raad op weet, en hij heeft mij gestuurd om Akka te vragen, of zij met Duimelot naar de Hjälstabaai wil komen." "Ik kan die boodschap wel overbrengen," zei Agar. "Maar ik begrijp niet, hoe die kleine dwerg de zwanen zal kunnen helpen." "Dat begrijp ik ook niet," zei Smirre.

In het midden lag Dagaklar, de zwanenkoning, en Sneeuwrust, de zwanenkoningin, die ouder dan alle anderen, en de voorouders van de meeste zwanen waren. Dagaklar en Sneeuwrust konden nog van de dagen spreken, dat zwanen van hun stam nergens als wilden leefden in Zweden, maar alleen als tamme zwanen in sloten en vijvers voorkwamen.

"Dagaklar heeft zeker hun ongemanierdheid opgemerkt, en hun gezegd, dat ze beleefd moeten zijn," dacht de leidster-gans. Maar juist terwijl de zwanen zoo hun best deden heel welgemanierd te zijn, kregen ze den witten ganzerik in 't oog, die achteraan kwam in de lange ganzenrij. Daar ging een verwonderd en verontwaardigd suizen door 't gezelschap, en op eens was het uit met de goede manieren.

"Maar hij kan immers van alles." "'t Verbaast me ook, dat Dagaklar zijn boodschap door een vos stuurt," merkte Agar op. "Je hebt wel gelijk, dat we anders vijanden zijn," sprak Smirre met zachte stem, "maar als er zoo'n groote nood in 't land heerscht, moet men elkander helpen.

"Wat gebeurt daar nu? Heb ik niet bevolen, dat ze beleefd tegen vreemden moeten zijn?" zei hij, en keek ontevreden. Sneeuwrust, de zwanenkoningin, zwom weg om haar volk te controleeren, en Dagaklar wendde zich weer tot Akka. Toen kwam Sneeuwrust terug, en zag er heel verontwaardigd uit. "Kun je niet maken, dat ze zwijgen?" riep de zwanenkoning haar toe.

"Daar ginds is een witte, wilde gans," antwoordde Sneeuwrust. "Dat is immers een schande. 't Verbaast me niet, dat hun dit ergert." "Een witte, wilde gans!" zei Dagaklar. "Dat is al te erg! Zooiets kan toch niet bestaan! Je moet verkeerd hebben gezien." Om Maarten, den ganzerik heen, werd het gedrang al grooter.

"Die witte ganzerik daar, moest zich ten minste schamen, om zich hier bij ons zwanen te komen vertoonen." "Hij is stellig even grauw als de anderen. Hij is alleen even in een meelhoop gevlogen op een of andere boerderij." Akka was juist tot Dagaklar doorgedrongen, en wilde hem vragen, wat voor soort hulp hij van haar begeerde, toen de koning de opschudding onder het zwanenvolk opmerkte.