United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen sprak de dokter: Uwe redeneering bevalt mij zeer en als hij een man is, die graag met de geleerden omgaat en met mij slechts een weinig spreekt, zal ik wel zorgen, dat hij mij steeds zal opzoeken, omdat ik wel zooveel verstand heb, dat ik er een heele stad van zou kunnen voorzien en zeer wijs zou blijven. Toen dit was afgesproken, vertelde Bruno alles aan Buffalmacco.

Den volgenden morgen kwamen Bruno en Buffalmacco, die zich de huid beschilderd hadden onder de kleeren met plekken, zooals de stokslagen die achterlaten, in het huis van den dokter en vonden hem op, en toen zij binnen waren, roken zij dat alles nog stonk. Toen de medicus ze zag, zeide hij, dat God hun een goeden dag zou geven.

Buffalmacco zeide: Maar wat hebt gij er voor gehad, grappenmaker, te goeder trouw? Hebt gij er zes florijnen aan verdiend? Calandrino, die dit hoorde, begon te wanhopen.

Toen begon Buffalmacco zich zachtjes te richten naar Santa Maria della Scala en droeg hem als op vier pooten tot aan het klooster der nonnen van Ripoli. Er waren toen in die straat kuilen, waarin de boeren de gravin Civillari haar cijns lieten storten om hun akkers te bemesten.

Calandrino, dien de wijn uit het hoofd was gegaan, stond 's ochtends op en toen hij beneden was, keek hij, zag het varken niet en de deur open. Daarom vroeg hij aan iedereen of ze het varken gezien hadden en toen hij het niet vond, schreeuwde hij: Wee mij, ongelukkige! Bruno en Buffalmacco stonden op en gingen naar Calandrino om te hooren, wat hij van het varken zou zeggen.

Buffalmacco tot den dokter gewend, zeide: Waarde maëstro, het schijnt wel, dat gij uit Bologna een gesloten mond hebt medegebracht en bovendien, dat gij het a. b. c. niet op een appel hebt geleerd, gelijk vele dwazen het willen doen, maar goed op een meloen , die zóó lang is, en als ik mij niet bedrieg, zijt gij op een Zondag gedoopt . En daar Bruno gezegd heeft, dat gij daar in de medicijnen hebt gestudeerd, schijnt het mij, dat dit is geweest om de menschen in te pakken beter dan ik het ooit van iemand hoorde door uw verstand en uw gesprekken.

Het is niet noodig, dat ik U zeg, wie Calandrino, Bruno en Buffalmacco waren, omdat gij daarvan genoeg hebt gehoord en daarom zeg ik alleen, dat Calandrino een klein buiten had niet ver van Florence, dat hij van zijn vrouw als bruidschat ontvangen had. Onder de inkomsten, die hij daaruit trok, kreeg hij elk jaar een varken.

Hij kocht een flesch goeden witten wijn, keerde in het dorp naar Calandrino terug en zeide: Gij moet morgen degenen bij U te drinken vragen, tegen wien gij argwaan hebt; het lijkt dan een feest; iedereen zal gaarne komen en ik zal vannacht met Buffalmacco de bezwering over de pillen uitspreken en uit vriendschap voor U zal ik zelf alles uitvoeren. Calandrino deed dit.

Buffalmacco, die groot en forsch van gestalte was, schafte zich een masker aan, waarvan men zich pleegde te bedienen bij bepaalde spelen, die thans niet meer plaats hebben en deed zich een zwarte huid binnenste buiten om, zoodat hij op een beer geleek, als zijn gelaat niet dat van een duivel geweest was en met horens. Zoo toegetakeld ging hij naar het nieuwe plein van Santa Maria Novella.

Daarom, toen Calandrino een oogenblik het werk had verlaten en naar haar was gaan zien, vertelde Bruno alles aan Nello en aan Buffalmacco en zij regelden, wat zij hem om zijn verliefdheid zouden leveren. Toen hij terugkeerde, zeide Bruno zachtjes: Hebt gij haar gezien? Calandrino antwoordde: Wee mij, ja, zij doet mij sterven.