United States or Croatia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Siegfriedsage Siegmond, uit het Welsingen-geslacht, was koning in Frankenland, en hij had een zoon, die Binder heette. Borghilde, de vrouw van Siegmond, had een broeder en diens naam was Goenther. Binder en Goenther beminden echter dezelfde vrouw, en daarom sloeg Binder hem dood. Toen Binder thuis kwam beval Borghilde hem weer heen te gaan, want hij was haar stiefzoon.

En smakelijk dampend verdween hij met zijn korte, kleine, vlugge pasjes in het donkerstille van het eenzaam veld. Geen mensch heeft ooit precies geweten waarom "den Binder" zich verdronken had. Hoe hij zich verdronken heeft, heb ik, door den jongen houtzager die 't zag gebeuren, hooren vertellen.

Hy merkte dit, en haalde een, in marrokein gebonden, Exemplaar, uit zyn zak, dat hy my presenteerde: hy hadt het zo van den Binder in passant meêgenomen. Ik vond dit wel beleeft, en oordeelde, dat het zeer gemaakt in my zyn zoude, iets aftewyzen, waar naar ik verlangde, en dat my zo heusch gepresenteert werdt. Ik boog en zei, dat ik het met veel vermaak zoude lezen.

Een eigenaardig type was die "Binder". Een kort, nog al gezet ventje van om en bij de zestig, met een strak-ernstig, diepzinnig gezicht, en met de vreemdste, de angstwekkend-vreemdste oogen die ik ooit gezien heb. Die oogen, achter hun brilglazen, staarden bijna aanhoudend ten gronde.

Binder, een van de helden, die op Helgi's schip waren meegekomen, bond een rood schild met gouden rand aan den mast vast. Hij woonde aan het strand van de zee en was gewoon zelfs tegen den hevigsten storm op te spreken.

Binder echter sprak tot Siegmond: "Bah, die drank is troebel." Siegmond antwoordde hem: "Laat uw baard eens proeven." Toen dronk Binder en was weldra dood. Siegmond nam hem op en droeg hem in zijn armen heel ver weg, totdat hij aan een ondiepe, smalle zeeëngte kwam. Daar lag een klein schip aan den oever, en op het schip stond een man. Deze bood aan om Siegmond over de zeeëngte te brengen.

Het is er vol, stampvol van mannen in hun werkplunje, zoo van hun bezigheid weggeloopen, van vrouwen met slordige haren en slonsige kleeren, die kleine kinderen op den arm dragen. In 't openstaande deurtje van den Binder verdringt zich een menigte reikhalzend, op de teenen staande met gretige, als 't ware hunkerende gezichten door 't smal gangetje naar binnen starend. Es Sieska doar? Wee ze 't al?

Pokken. Knijperkaas. $Errata; berigt aan den binder$ $bladz. 196.$ Broese & C^o., Boekhandelaars te Breda. Maarten. Hanedoes, Landeigenaar te Haarlemmermeer. Mr. Landré en Glinderman, Fabrikanten van Landbouwwerktuigen te Amsterdam. Plas Pzn. Plas Pzn. Rijks-Veeartsenijschool te Utrecht. Scholtens & Zoon, Boekhandelaars te Groningen. Seijffardt's Boekhandel te Amsterdam.

Een roode glans van vechtlust schijnt er om de krijgers." Goentmond was zeer verheugd, toen hij hoorde, dat koning Helgi gekomen was, want hij wist wel, dat er dan hevig zou worden gevochten. Binder echter hoonde hem, en ook Goentmond antwoordde met smaadvolle woorden.

Want Siegmond was gevrijwaard tegen de werking van gift, zoowel inwendig als uitwendig. Zijn zonen echter konden vergift slechts uitwendig, aan de huid verdragen. Borghilde bracht nu een nieuwen hoorn en verzocht Binder te drinken. En het geschiedde evenals eerst. Ten derde male bracht zij hem een hoorn, en bedreigde hem wanneer hij niet drinken wilde.