United States or Armenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Natuurlijk was hij dat, anders zou hij het nakijken van zijn beenen wel afgewacht hebben. Waren die twee litteekens niet daar te vinden geweest, dan kon hem ook geen haar op zijn hoofd gekrenkt worden; want dat hij geld van den ingenieur gestolen had, daarvoor konden wij hem volgens de wet der savanne niet straffen, aangezien de bestolene niet hier tegenwoordig is."

In het oosten, in de groote steden, gaat de bestolene naar de Politie, en laat die er voor opdraaien, om den dief op te sporen; maar hier in het westen neemt ieder zijn eigen zaak zelf ter hand. Ik ben overtuigd, dat men ons althans een goed eind weegs achtervolgd heeft. En wie zijn het geweest, die ons op de hielen gezeten hebben?

Voor het oogenblik was hij echter voorzichtig. Hij was ternauwernood ontsnapt. Men weet, dat hij met de overige bandieten in de woning van Jondrette gevat was. De ondeugd was hem nuttig geweest: zijn dronkenschap had hem gered. Men had er niet kunnen achterkomen, of hij daar als dief of als bestolene was geweest.

Eindelijk kreeg de bakker hem: zij raakten handgemeen en het slot was, dat, tot ons groot vermaak, de bestolene in zijn oven verbrand word.

Ze kwamen op een klein bestraat binnenplaatsje, en hier ontmoetten zij een dikken man met een bos haar op zijn gezicht en een bos sleutels in zijn hand. »Wat is er nou aan de handvroeg de man onverschillig. »Een jonge zakkenrollerantwoordde de man, die Oliver beet had. »Bent u de bestolene meneervroeg de man met de sleutels.

"Op zekeren nacht waren er dieven ingebroken in den bazar van Shîraz, die, zoo als bekend is, altijd slecht wordt bewaakt, en hadden den winkel van een koopman in katoen leeg gestolen. De bestolene ging zich beklagen bij Kerim-Khan. Deze zon van gerechtigheid en billijkheid beloofde hem dat hij geene moeite zou ontzien om de schuldigen op te sporen, en dat hij hen naar verdienste straffen zou.

Men kan zich hier niet terstond uit de voeten maken; en als den bestolene den diefstal ontdekt, zal het stellig en zeker een heisasa wezen van sinjeur den duivel, en zullen alle aan boord zijnde personen gevisiteerd en alle hoeken en gaten doorsnuffeld worden. Juist op ons zal allereerst de verdenking vallen." "Gij zijt het grootste uilskuiken, dat ik ooit gezien heb.

Amin el Hawadja heet Sjech el Kharamijeh, dat is: de Sjech der Dieven. Heelemaal geen schandnaam. Stelen is hier trouwens geen schande. Maar bestolen worden, dat is schande. Diefstal is een beleediging, die zoo mogelijk zwaar gewroken wordt. En de dieven zijn dikwijls veel banger voor den bestolene en diens familie dan voor de Regeering.

Bijaldien iemand eenig goed heeft, en een ander begeert dat dermate, dat hij zich daaraan vergrijpt, dan moet hij dat drievoudig vergelden. Steelt hij dan nog eens weer, dan moet hij naar de tinlanden; wil de bestolene hem vrij laten, dan mag hij dat doen, maar gebeurt het voor de derde reis, dan mag niemand hem de vrijheid schenken.

Daar staat het: 'Zij benam zichzelve het leven en stierf, onder het uitspreken van een zwaren vloek over u en de uwen. Dit bericht, dat even waarachtig is als mijn haat tegen u, zendt u de arme, verbannene, beleedigde en bestolene oogarts uit Babylon naar Egypte toe. »Verneem deze woorden, Psamtik, en laat u door uw stervenden vader waarschuwen.