Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Het eind der XIIe eeuw in Engeland, tijdens de afwezigheid van den ridderkoning Richard Leeuwenhart, die ter kruisvaart is getogen, en heimelijk terugkeert tijdens de samenzwering van Jan zonder Land, en de meer en meer verwilderende plattelandsbevolking, die, uitsluitend van Saksisch bloed, zich in de wouden als stroopers en wilddieven terugtrekt dit alles bood de stof voor een epos in proza.
Er weerklonken net zooveel beschuldigingen over en weer, als er happen in den mond werden gestoken. Het was een akelig land!... Een welbewaakt jachtterrein? Ja, wat door de wilddieven werd afgestroopt!.... Men moest die schuimers opknoopen!
De wilddieven begonnen nu echter op nieuw groote schade aan te richten; daarom liet men de dieren opvangen, om ze naar een andere plaats over te brengen of ze weg te geven. In het jaar 1706 werden 5 Bokken en 7 Geiten gevangen; na dien tijd zag men er geen enkele meer.
Velen bleven leven, tot ze poppen en vlinders werden. Met de vogels kreeg Karr groeten van Grauwvel, en de boodschap, dat hij leefde, en het goed had. Maar de vogels vertelden Karr in vertrouwen, dat Grauwvel al verscheiden malen door wilddieven vervolgd was geworden, en dat hij maar met de grootste moeite was ontkomen. Karr leefde in zorgen, verlangen en verdriet.
Wilddieven van de gevaarlijkste soort vervolgden hen met zulk een ijver, dat de eigenaar van de jacht in het door hen bewoonde gebied zich in het jaar 1561 met een verzoek om bescherming tot zijn vorst, den aartsbisschop van Salzburg richtte, die eindelijk in 1584 het jachtrecht overnam. Hij en zijne opvolgers wendden verschillende middelen aan, om de uitroeiing van de edele dieren te verhoeden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek