United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een onder de leiding van F. Schmidt uitgezonden expeditie kon tegen het einde van het tijdperk 1860 1870 weder eenige deelen van een Mammoet redden; bovendien verzamelde men eenige nog met de huid bedekte lichaamsdeelen van Neushoorndieren.

Van deze orde zijn ongeveer 25 soorten bekend, die, met uitzondering van Australië, nagenoeg over de geheele wereld verspreid zijn: zij kunnen over vier scherp van elkander gescheiden familiën verdeeld worden: in de éénteenige Paarden, de Tapirs, die vier teenen aan de voorpooten, drie teenen aan de achterpooten hebben, de drieteenige Neushoorndieren en de Klipdassen, welker teenen in aantal met die der Tapirs overeenstemmen.

In Noord-Azië, van den Ob tot aan de Beringstraat is er geen rivier in het vlakke land, aan welks oevers geen beenderen van voorwereldlijke dieren vooral van Olifanten, Buffels en Neushoorndieren gevonden worden. Onze kennis van de hedendaagsche soorten is in den laatsten tijd aanmerkelijk uitgebreid, maar laat in sommige opzichten nog veel te wenschen over.

De Neushoorndieren bewonen tegenwoordig alleen het Oostersche en het Ethiopische faunistische rijk; zij hadden in den vóórtijd een veel uitgestrekter verbreidingsgebied. Bij beide was het neusmiddelschot ook van voren verbeend. Hierdoor verkreeg de voorste en grootste van de beide hoornen steun; de achterste rustte op het voorhoofdsbeen.

Hoewel reeds bij uitwendige beschouwing en vergelijking van de Paarden, Tapirs en Neushoorndieren eenige van de overeenstemmende kenmerken waargenomen worden, die aanleiding hebben gegeven tot de samenvoeging van deze dieren in één zelfde orde, is het toch noodig ook de laatstgenoemde dieren te ontleden om hun verwantschap duidelijk aan te toonen.

Voordat zij uitgaan om te fourageeren, zoeken de Neushoorndieren de weeke oevers van de meren, poelen en rivieren op, en woelen een gat in den modder, waarin zij zich rondwentelen en omdraaien, totdat de rug en de schouders, de zijden en het onderlijf met slib bedekt zijn.

Hun levenswijze gelijkt wel eenigszins op die van ons Wild Zwijn; zij vereenigen zich echter niet tot zulke groote benden als de dieren van deze soort, maar leven meer afzonderlijk op de wijze van de Neushoorndieren. Vooral de mannetjes leven, naar men zegt, in afzondering en zoeken alleen in den paartijd de wijfjes op.

De jonge Afrikaansche Neushoorndieren, die soms op onze wilde-dierenmarkten voorkomen, worden gevangen na het dooden van de wijfjes, die deze jongen vergezellen. Een merkwaardig geval van goed vertrouwen bij een zeer jongen Zwarten Neushoorn, wordt ons door Selous medegedeeld.