United States or Japan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hierop komt eindelijk de voornaamste beschikking: hij laat al zijn grondbezit, zijn woning New Place, zijn huizen, schuren, landerijen, in Strafford aan den Avon, Oud-Stratford, Bushopton en Welcombe, zoo mede zijn huis in Londen bij Blackfriars, bewoond door John Robinson, en verdere landerijen enz., waar ook gelegen, aan zijn dochter Susanna Hall voor haar geheele leven en na haar dood aan haar oudsten zoon en diens manlijke afstammelingen, en zoo die er niet zijn, aan haar tweeden zoon en diens manlijke afstammelingen enz., en bij ontstentenis van deze aan zijn kleindochter Elizabeth Hall en haar manlijke afstammelingen, en bij ontstentenis van deze aan zijn dochter Judith en haar manlijke afstammelingen, en bij ontstentenis van deze aan zijn wettige erven.

Van Shakespeare's tweede dochter, Judith, is bekend, dat zij in het geheel niet schrijven kon; haar handteekening onder een stuk bestaat uit een kluchtige krul, die, evenals een kruisje, gewaarmerkt is . Om den geest, die bij Shakespeare's familieleden heerschte, te doen kennen, zij nog vermeld, dat tijdens zijn verblijf te Londen, op het eind van 1614, een rondreizend Puriteinsch prediker in zijn woning gehuisvest werd.

Welk bedrijf hij uitoefende, of hij bij zijn vader in de zaken was of niet, is onbekend; alleen mag men vermoeden, dat hij in Stratford woonachtig was, want daar had hij op 2 Februari 1585 het geluk, tweelingen te laten doopen, welke waarschijnlijk naar Hamnet Sadler, die bakker schijnt geweest te zijn, en diens vrouw Judith, de namen Hamnet en Judith kregen.

Met het oog op het aanstaand huwelijk werd waarschijnlijk het testament ontworpen, waarin Judith goed bedacht werd; het is een wijziging geweest van vorige beschikkingen, want alle voorafgaande worden herroepen; Shakespeare had ongetwijfeld reeds vroeger gezorgd, dat zijn grondbezit bijeenbleef.