United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vele geslachtsnamen van nederlandsche Israëliten zijn ontleend aan de namen der waren waar in de lieden handel dreven, welke die namen in 1811 zich toeeigenden. Als voorbeelden noemen wy: Diamant, Parel, Paerl, Porcelein, Schaapwol, Citroen, Peper, Tabak, Carstanje, Komkommer, Augurkie, Eitje.

De geslachtsnaam De Leeuw, door Israëliten gedragen, heeft dit eigenaardige, dat hy niet aan eenen huisnaam ontleend is, zoo als by de andere Nederlanders die De Leeuw heeten, in den regel wel het geval is. Of ook, de geslachtsnaam Leeuw geldt als eene verbastering, eene quasi-verdietsching van den mansvóórnaam Levi. Zoo zijn ook de vele overgangsformen tusschen Leeuw en Levi te verklaren; b. v.

En omdat de geslachtsnamen toch onmiddellik uit de volksspreektaal ontstaan, en slechts zelden uit de boeketaal, althans niet als deze eene verouderde is, zoo vinden wy hierin de opheldering van het zeldzaam voorkomen van hebreeusche geslachtsnamen onder de Israëliten.

Onder wiens aanvoering, onder welke omstandigheden en lotgevallen, de voorvaderen der Hellenen, de zoogenaamde Pelasgen zich vandaar losrukten; waardoor zij zich reeds in dezen tijd onderscheiden konden, en hoe zij toen door het westelijk gedeelte van Azië en door Klein-Azië zich een doortocht wisten te banen, dat alles is ons niet zoo nauwkeurig overgeleverd geworden, als b.v. de oorsprong en de vroegste geschiedenis der Israëliten.

Vervolgens nam ook deze gezindte in dit gewest zoodanig toe, dat de Nederlandsche Israëliten in Friesland thans een Synagogaal Ressort uitmaken, met eene Hoofdsynagoge te Leeuwarden, door een Opper-Rabbijn bediend, benevens vijf Ring-synagogen, als: te Gorredijk, Harlingen, Bolsward, Lemmer en Sneek, met twee bijkerken te Noordwolde en Hindeloopen; terwijl hun getal op den 1 Januarij 1851 ruim 2,000 zielen bedroeg.

Zoo men de geslachtsnamen der spaansche en portugeesche Israëliten uitsondert, komen spaansche en portugeesche namen slechts in zeer kleinen getale onder ons voor. Het is dan ook wel eene groote zeldzaamheid als zich een Spanjaard of Portugees onder ons neêr zet.

Bracht is de naam van een dorp by 't stadje Kempen. En ook evenzeer als Mennoniten, werden ook Israëliten wel uit nederrijnsche plaatsen verdreven, en zochten in de Nederlanden een vrediger verblijf.

Vele Israëliten namen in 1811 geslachtsnamen aan, ontleend aan den handel dien zy dreven, aan de betrekking die zy vervulden.

Zóó verdragen twistende bloedverwanten beter vreemden dan elkander. Lang hadden er in ons vaderland Joden verkeerd, toen een aantal uit Portugal overgekomene Israëliten zich omstreeks 1595 te Amsterdam vestigde . De Hoogduitsche Joden hebben echter eerst in 1636 daar eene gemeente opgerigt.

Want ook de poolsche, galicische en andere oost-europesche Joden dragen meestal hoogduitsche geslachtsnamen, gelijk zy onderling ook veelal de hoogduitsche taal, in min of meer verbasterden form gebruiken. Twee formen van geslachtsnamen zijn vooral onder de hoogduitsche Israëliten zeer menigvuldig verspreid.