Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Het rijkste lied moet klinken, en uit den volsten toon. Verzamel al uw krachten, de hoogste vreugde en smart: De Koning moed gegrepen in 't marmerkoude hart!" Reeds treden beî de Zangers de weidsche Hofzaal in: Daar throont de norsche Koning, de schoone Koningin: De Koning, die in luister het Noorderlicht gelijkt, De Koningin, die lieflijk als 't kuische maanlicht prijkt.
Allen prezen hem, en de vrouwen vroegen: "Wie is die jonkheer? Zulk een zou men gaarne minnen." Koning Arthur zelf riep uit: "Voor heden geef ik den witten ridder den prijs. Het is nacht. Morgen zal men voortgaan." Koning Arthur, zijn vrouwen, zijn ridderen trokken weg, ieder naar paleis of huis. Alleen Ferguut bleef eenzaam achter. Nadat men in de hofzaal had gegeten, zag de koning de tafel rond.
Nu gaet verheugt ten rei en danst, Ghy die het hoofd met mirten kranst. Vondel, Salomon. Een schitterende rij van edellieden en jonkvrouwen begon zich reeds te vergaderen in de hofzaal op de markt , waar het dansfeest, dat in 't klooster minder voegde, stond gehouden te worden. Het oog kon zich niet genoeg verzadigen aan het beschouwen van de pracht, aldaar ten toon gespreid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek