Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
De Cordyline's en Dracæna's vormen twee geslachten uit de familie der Liliaceeën. De hiertoe behoorende soorten komen meest alle voor onder den naam Dracæna, eenige ook onder den naam Aletris.
De Dracæna's behouden des winters hun wortels en kunnen dan ook wat rijkelijker begoten worden.
Het voortkweeken der Cordyline's en Dracæna's geschiedt in de kweekerijen op verschillende manieren. Verscheidene soorten worden uit zaden gekweekt; gewoonlijk echter geschiedt dit langs ongeslachtelijken weg door middel van stekken.
Deze, dikwijls met zeer fraaie bladeren prijkende bladplanten zijn een zeer belangrijk handelsartikel. Men vindt ze tegenwoordig in bijna iedere kweekerij, waar zij door te veel leeken nog steeds voor Palmen worden aangezien, waarmede zij echter niets gemeen hebben. De betrekkelijk kleine bloemen der Cordyline's en Dracæna's verschijnen in groote trossen.
De winterverpleging der Cordyline's en Dracæna's is het lastigst van de geheele cultuur. Het gevoeligst zijn de bontbladerigen; de aarde moet tamelijk droog, in ieder geval meer droog dan vochtig gehouden worden, daar anders de wortels en onderaardsche stengeldeelen afsterven, waardoor de geheele plant kan verloren gaan.
Als middenplant gebruikt men een fraaien, naar alle zijden goed ontwikkelden Palm, waaromheen Dracæna's, Varens en kleinere bloemplanten geschikt worden, terwijl verschillende hangplanten aan het geheel een los voorkomen kunnen geven. Beter dan de ronde, is de ovale bloemtafel voor het kweeken van planten geschikt.
De Cordyline's en Dracæna's worden niet te vroeg in het voorjaar verplant. Heeft men jongere, in potten staande planten, dan geschiedt dit eens per jaar. Oudere, in kuipen staande exemplaren daarentegen behoeft men slechts om de 2
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek