United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Deugling voedt zich met Koppootige en andere Weekdieren, die niet door een schelp omgeven zijn; ook wel met kleine Visschen, o.a. Haringen. Vrolik schatte het aantal snavels van Inktvisschen in de maag van den door hem onderzochten Deugling op ruim tien duizend.

Uit de aanwezigheid van Zeesterren in de maag blijkt, dat dit dier ook wel op den zeebodem voedsel zoekt, waarvoor zijn snavel zeer geschikt schijnt. Zijn vaardigheid in het duiken wordt bevestigd door een mededeeling van Kükenthal, die een geharpoeneerden Deugling 300 vademen lijn medenemen en volle 45 minuten onder water blijven zag.

Naar het schijnt, is het verbreidingsgebied van den Deugling tot de Noordelijke IJszee en de noordelijke gedeelten van den Atlantischen Oceaan beperkt; van hier uit onderneemt hij echter geregeld reizen in zuidelijke richting; ieder jaar komt hij in de nabijheid van de Fär-öer, niet zelden ook aan de kusten van Groot-Britannië, waar hij zelfs nu en dan eenige, voor hem gunstig gelegen rivieren opzwemt.

Evenals de traan van den Cachelot, bevat ook die van den Deugling "spermaceti." Hoewel het spek een zekere hoeveelheid van deze uitmuntende vetsoort bevat, komt zij echter, naar het schijnt, vooral voor in het bindweefsel, waaruit een groot deel van den bult op den kop bestaat.

Na den Cachelot is de Deugling de grootste van alle Tandendragende Cetaceën. Hij kan een lengte van 8 M. bereiken, de omvang van den kop in de nabijheid van de oogen bedraagt dan 4 M. Het wijfje is slanker en kleiner dan het volwassen mannetje; de jonge mannetjes gelijken op de wijfjes.