United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doch deze nam niet zulk eene onedele wraak op zijne vijanden. Hij gaf aan Hembyze en Datheen verlof om de stad te verlaten. Zij begaven zich naar hun ouden begunstiger Johan Casimir van de Palts, bij wien zij eene gastvrije ontvangst vonden. Willem van Oranje vergenoegde zich met het herstellen van de orde binnen Gent.

"Ook heeft hij veel smaak in de Psalmen," hernam Mevrouw, en kent er vele van buiten, zoowel volgens de berijming van wijlen den Heer van Sint-Aldegonde, als volgens die van Datheen." "Heeft hij smaak in de Psalmen?" vroeg de Predikant met blijdschap: "o dan zullen wij het bijzonder goed samen vinden, als zijnde deze ook mijne geliefkoosde studie. Een bondig stuk! drie honderd bladzijden folio."

Slechts voor een korten tijd had de tusschenkomst van Oranje de rust daar hersteld; om haar voor goed te herstellen had hij Rijhove, Hembyze en een krachtig volksleider, Peter Datheen, een voormaligen monnik, onschadelijk moeten maken; doch hiertoe was hij niet in staat.

Na opening van de bijeenkomst met gebed, waarbij Reijmeringer voorging, werd door dezen Lukas II voorgelezen. Daarna zong de kleine gemeente Psalm XXVII:3. Men gebruikte de berijming van Datheen. "Opdat ick daer magh merken en aenschouwen, Heer, uwes huys seer schoone heerlickheyt En den tempel, vry synde van benouwen, Wel magh alsins doorsien met vrolickheyt.

De geest, dien hij dan bedoelde, was echter meer die van Datheen dan die van Christus. Hij mocht wel eens een enkelen keer een veldwachter, die hem wat ruw aanpakte, allernadrukkelijkst een duw teruggeven, waarvoor hij dan later met de meeste opgewektheid een paar maanden gevangenisstraf onderging.

Reeds door zijne telkens herhaalde aanmaningen tot rust en orde had Oranje zich Hembyze en Datheen, die zijn invloed duchtten, tot vijanden gemaakt, zij beschuldigden hem namelijk, dat hij een vermomde papist en koningsgezinde was en dat hij met zijn godsdienstvrede slechts de katholieken had willen begunstigen.

En hierop begon de vreemdeling, met een zware stem, naar de berijming van Datheen, de volgende woorden te zingen: "Wat kan de valsche tonge stichten? Wat kan de leugenaar uytrichten? Wat sullen syn listige zinnen En valsche tonge toch gewinnen?"