United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het dichtst bij dezen komen, mijns inziens althans, zij, die door nieuwe en geheime kunstmiddelen het wezen der dingen trachten te veranderen en te land en ter zee jacht maken op een vijfde grondstof, de quintessens . Zij zijn zoo vervuld van dit bekoorlijke droombeeld, dat hun moeilijkheden noch kosten ooit verdrieten, en met een verbazende scherpzinnigheid denken zij telkens iets uit om zichzelf opnieuw te foppen en het zelfbedrog aangenaam te maken, totdat zij, na hun geheele vermogen te hebben doorgebracht, volstrekt niets meer overhouden om hun oventje te stoken.

Ik zelf wist beter dan iemand wat er van was, en daarom voelde ik het zoo levendig: tot den kopiïst, tot den poveren schilder, die bij gratie voor spotprijzen zijne moeielijk verkregen voortbrengselen afzette, tot den ongelukkigen Frits Millioen, in wien men zich bedrogen had, en die nu de bittere vruchten van die vergissing en van zijn zelfbedrog begon te smaken, die voorzag, dat ze hoe langer hoe menigvuldiger, hoe langer hoe wranger zouden worden, die voorzag dat het kunstmatige samenstel, waarop zijn kunstenaarsbestaan nu nog rustte, bij den eersten schok den besten ineen zou storten en hem in het niet zou doen terugzinken.... erger! hem der bespotting prijsgeven, tot dezen paria der maatschappij mocht Claudine Verburg niet neerdalen zonder zich weg te werpen, zonder al de rampzalige gevolgen van die onvoorzichtigheid te dragen.

En aan bedrog meedoen, dat willen ze niet; ook niet aan zelfbedrog. Nu zou ik die eerlijke twijfelaars wel eens gaarne een dienst bewijzen; juist die eerlijke twijfelaars. En ik zou willen beginnen met een heel eenvoudige vraag. Wij hooren nog wel eens luid verzekeren: »geloof is bijgeloofMaar wat is ongeloof?

Je hebt altijd reden om het land te hebben, wanneer je een gelukje of zelfs maar een pleiziertje misloopt, omdat het dan zoo goed als onherroepelijk verloren is, want het is meestal zelfbedrog als je tegen je zelf zegt: "Ik zal het een anderen keer wel inhalen!"

~Zelfbedrog.~ Even als sommige ouders het meeste zwak hebben voor diegenen onder hunne kinderen, die ziekelijk, mismaakt of stompzinnig zijn, en men schrijvers ziet, die bij voorkeur roem dragen op hun minst gelukkig geslaagde werken, schijnen in 't algemeen de lieden eigenschappen, waar zij in uitmunten, gering te schatten om zich te verheffen op andere, waarin zij slechts breekebeenen zijn vermoedelijk meenende op die wijze een nieuwe aanspraak op roem te verwerven bij die, welke zij reeds verworven hebben.

Dat was, omdat het Lot het zoo wilde en hem bevoordeelde; hijzelf was er onschuldig aan ... En dit was geen zelfbedrog: hij meende dat alles. Den avond van dit laatste gesprek, zeer laat, zocht Eve haren vader op, die in zijn kabinet zat te lezen, in zijne heraldische boeken.

Wat een nonsens!.... Waarom zou hij er niet bijhooren?.... Was hij soms een dichter, een genie?.... Die schilder daar was veel meer dan hij!.... Hij was immers maar een doodgewoon Amsterdamsch koopmannetje net als al die anderen, André en Sam en Hendrik!.... Niets beters!.... Zich dat te verbeelden was malle aanstellerij, zelfbedrog, vrouwelijke overgevoeligheid, kwam heelemaal niet te pas.... En die conversatie was de conversatie van zijn soort.... Je kunt dan toch ook in een koffiehuis niet praten over philosophische kwesties.... of over de liefde.... of over 't leven en den dood!.... En kóm, hij hield óók wel van een pikante mop!.... wel waarachtig!....

In de meeste gevallen duurt in de menschenwereld het romantisch voorspel der Platonische liefde maar zeer kort; of wel het blijft geheel achterwege. Niet zelden ook is het dwepend minnen zonder zinnelijkheid zelfbedrog of humbug, waarbij de sexueele terughoudendheid, velen van nature eigen, voor sexueele reinheid doorgaat.

De majesteit der natuur is niet minder groot voor hem, de indrukken niet zwakker, die de onbeschaafde menschen en de onder hun invloed veranderde Rus uit de lagere volksklasse op hem maken. Maar alles krijgt een ander karakter. Het is het verschil tusschen het beeld der werkelijkheid en het idealiseerend, opzettelijk zelfbedrog.

Maar Bertie zag ook aanstonds in, dat dit zelfbedrog was en dan lachte hij weêr en schudde het hoofd, omdat hij zichzelven zoo comiek, zoo vreemd vond. Het leven was niets, niet de moeite waard zich er om te vermoeien, maar zoo in zichzelven door te dringen, zichzelven te bestudeeren, zoo te blikken in zijn denken, zoo te goochelen met zijne gedachten, d